f) Op zondag 28 september 2008 bevonden zich omstreeks 06:45 uur 2 mannen nabij de woning[adres][adres] te Zwarsluis. Eén van de mannen was blank, de ander had een getinte huid . Deze twee mannen verwijderden zich van die plek. Korte tijd later (ongeveer 30 seconden) kwamen zij uit dezelfde richting teruglopen. Eén van de mannen droeg twee koffertjes bij zich . Deze man stopte bij een grote stationwagon, van het merk Volvo, die geparkeerd stond voor het perc[adres]s][x] te Zwartsluis. Er stapte een derde man uit deze Volvo. De kofferbak werd opengemaakt en de man met de koffertjes legde deze in de kofferbak. Gelijk daarop kwam de andere, getinte man ook met een koffertje terug, die hij ook in de kofferbak van de Volvo legde. Vervolgens liepen de twee eerstgenoemde mannen weer weg in de richting v[adres]. De derde man bleef achter. De twee mannen kwamen even later uit dezelfde richting weer terug. De achterklep van de Volvo werd weer geopend en de mannen legde weer iets in de kofferbak. De mannen namen in de Volvo plaats. De Volvo reed vervolgens in de richting v[adres] en vervolgens via de [adres] .
g) Het kenteken van de Volvo was [xx] .
h) Getuige [naam] heeft op zondag 28 september 2008 te 06:52 bij de politie melding gemaakt van hetgeen hiervoor onder e) is vermeld . Om 06:53 werd deze melding door de centrale meldkamer doorgegeven aan [naam], brigadier van de Regiopolitie IJsselland, e[naam], agent van de Regiopolitie IJsselland, die zich daarop per dienstvoertuig naar Zwartsluis begaven , over de N331, alwaar hen de desbetreffende Volvo vanuit de richting Zwartsluis tegemoet kwam. Brigadier [naam] heeft daarop het dienstvoertuig gekeerd om weer terug in de richting van Hasselt te rijden. Juist binnen de bebouwde kom van Hasselt zagen beide verbalisanten de Volvo voor zich rijden, over de N331 in de richting van Zwolle. Even later stopte de Volvo bij een tussen de rijbanen van de N331 gelegen chicane, nabij de [adres] te Hasselt, en kwam het dienstvoertuig vlak achter de Volvo te staan. Vervolgens keerde de bestuurder van de Volvo de auto en reed snel terug in de richting van de [adres]. De Volvo is toen voor de politie uit het zicht verdwenen.
i) Toen de verbalisanten [naam] en [naam] in hun dienstvoertuig binnen de bebouwde kom van Hasselt achter de Volvo zaten werd er aan de rechterkant uit de Volvo een doosje gegooid, met daarop de naam van aangever [naam] (zie hiervoor onder a) met daarin een digitale fotocamera van het merk Samsung. Geconcludeerd kan dus worden dat zich in de Volvo gestolen spullen van [naam] bevonden.
j) Toen de politie op zondag 28 september 2008 de visitekaartjes van [naam] aantrof (zie hiervoor onder c), waren de meeste droog en begonnen enkele nat te worden. Geconcludeerd kan dus worden dat deze visitekaartjes hier nog maar kort lagen.
k) Op zondag 28 september 2008 reed er omstreeks 07:15 uur een auto met hoge snelheid over het erf van [adres] [xx] heen, tussen de op dat perceel gelegen woning en de woning van [adres] door. De auto reed met een knal tegen een verderop gelegen schrikhek.
l) Op zondag 28 september 2008 omstreeks 08:00 uur zag een getuige een auto op zijn kop in een water aan het [adres] liggen. Dit is het verlengde van [adres].. De auto die te water lag was de Volvo met kenteken [xx]. Er waren geen mensen in of nabij de auto. De getuige is toen direct naar zijn huis gefietst aan [adres] en heeft direct 112 gebeld. .
m) Op zondag 28 september 2008 omstreeks 10:15 uur belden twee mannen aan bij de woning aan de [adres] te Rouveen. Dit waren een blanke en een getinte man. Beide mannen hadden natte kleding aan en hadden modder en riet aan hun schoenen. Na waarschuwing van de politie, zijn deze mannen door de politie aangehouden. Het waren de verdachten [naam] en [naam].
n) De Volvo met kenteken [xx] stond op naam van Simply-rentacar te Laren en was voor de periode vanaf zaterdag 27 september 2008 tot maandag 29 september 2008 verhuurd aan een man en een vrouw. De vrouw was [naam]. De man heette [naam]. De beheerder van de Volvo heeft als signalement van [naam] opgegeven: klein, hooguit 1.70 meter, een beetje spichtig mannetje, smal, leeftijd ca. 20-25 jaar, kort stekelig blond haar. De beheerder van de Volvo heeft [naam] op een foto herkend als zijnde de man die samen met [naam] de Volvo op zaterdag 27 september 2008 ophaalde.
o) [naam] is de vriendin van verdachte [naam].
p) [naam] heeft in de Volvo gezeten en is nat geworden . Verdachte [naam] en verdachte [naam] zijn vrienden van elkaar .
q) Agent [naam] heeft verdachte [naam] bij de aanhouding herkend als de bestuurder van de Volvo, toen deze de verbalisanten heeft aangekeken op de N331 nabij de tussen de rijbanen gelegen chicane te Hasselt.
r) De gestolen goederen die door de politie langs [adres] zijn aangetroffen, zijn daar door de verbalisanten [naam] en [naam] gevonden tussen het moment waarop zij de Volvo uit het zicht zijn verloren (zie h) en het moment dat zij melding krijgen van de te water geraakte auto (zie l).
Dit moet dus – globaal gezien – geweest zijn tussen 07[adres]uur.
s[adres], waar de onder b) en c) genoemde diefstallen zijn gepleegd, alsmede de woning van getuige [naam] aan d[adres], zijn betrekkelijk dicht bij elkaar gelegen, in een woonwijk te Hasselt.[adres], waar de onder a) genoemde diefstal is gepleegd, ligt daar iets buiten, maar is gelegen aan de N331, een in- en uitvalsweg van Zwartsluis, waarlangs de Volvo Zwartsluis kennelijk hebben verlaten.