ECLI:NL:RBZLY:2009:BH2699
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- G.E.A. Neppelenbroek
- H.H.J. Harmeijer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens gebrek aan bewijs na incident in uitgaansgelegenheid
In de strafzaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 27 januari 2009, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het gooien van een glas in uitgaansgelegenheid Smitthy’s Palace op 2 september 2007. De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga - Koppes, eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uur, alsook de toewijzing van een schadevergoeding aan de benadeelde partij. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. A.S. ten Doesschate, ontkende de beschuldigingen. Tijdens de zitting op 14 januari 2009 werden getuigenverklaringen en de aangifte van de benadeelde partij besproken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de verdachte en getuigen waren niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat het glas dat de verdachte had gegooid, het glas was dat de benadeelde partij had verwond. Hierdoor kon de rechtbank niet wettig en overtuigend bewijs vinden voor de tenlastelegging. De rechtbank besloot de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten, zowel primair als subsidiair.
Daarnaast verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waarop de vordering was gebaseerd. Het vonnis werd uitgesproken door de rechters in een openbare zitting, waarbij mr. Neppelenbroek niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.