ECLI:NL:RBZLY:2008:BY8883
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bedrieglijke bankbreuk door bestuurder van een failliete B.V. met ernstige gevolgen voor schuldeisers
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als bestuurder van een failliete B.V. is beschuldigd van bedrieglijke bankbreuk. De verdachte, geboren in 1949, heeft in de periode van 8 mei 2003 tot en met 8 oktober 2003 aanzienlijke geldbedragen onttrokken aan de boedel van de failliete rechtspersoon, met als doel de rechten van schuldeisers te benadelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opdracht heeft gegeven voor deze verboden gedragingen en feitelijke leiding heeft gegeven aan de onttrekking van geldbedragen, die in totaal opliepen tot 186.744,87 euro.
De tenlastelegging omvatte twee feiten van bedrieglijke bankbreuk, waarbij de verdachte zowel als bestuurder van de B.V. als in zijn privéhoedanigheid handelde. De rechtbank oordeelde dat de bewezen verklaarde feiten een ernstige aantasting van de integriteit van het financiële en economische verkeer vormden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan laakbaar gedrag, waarbij hij excessieve geldbedragen heeft onttrokken aan de boedel van de failliete B.V., wat heeft geleid tot de ondergang van het bedrijf en aanzienlijke schade voor de voormalige aandeelhouder en diverse crediteuren.
De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is als bijzondere voorwaarde gesteld dat de verdachte binnen 4 maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis de verplichting tot terugbetaling aan de gedupeerden zal nakomen, zoals vastgesteld in een civiel vonnis van de rechtbank Utrecht. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de betrokkenen zwaar laten meewegen in haar beslissing.