ECLI:NL:RBZLY:2008:BX8523

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
28 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108534 / HA ZA 05-579 - A
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele aansprakelijkheidszaak tussen Orgaworld BV en Provincie Flevoland

In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 26 november 2008, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Orgaworld BV, gevestigd te Arnhem, eiseres tegen de Provincie Flevoland, gedaagde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 19 maart 2008, waarin de rechtbank oordeelde dat de Provincie aansprakelijk is voor schade en kosten die voortvloeien uit haar handelen. De rechtbank heeft vervolgens de suggestie van Orgaworld om een deskundige te benoemen overgenomen, omdat partijen niet tot een minnelijke regeling konden komen. De deskundige, drs. W. Koopman RA, is benoemd om vragen te beantwoorden over de schadevergoeding, waaronder de aard en omvang van de door Rotie aangeleverde afvalstromen en de gevolgen van het dwangsombesluit voor Orgaworld. De rechtbank heeft de kosten van de deskundige vastgesteld op EUR 5.500,00 inclusief BTW, en heeft bepaald dat partijen ieder de helft van het voorschot moeten betalen. De deskundige moet zijn rapport uiterlijk op 25 februari 2009 indienen, waarna de zaak op 8 april 2009 weer op de rol komt voor conclusie na deskundigenbericht. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door rechter T.R. Hidma.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 108534 / HA ZA 05-579
Vonnis van 26 november 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORGAWORLD BV,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. Vermeulen te Rosmalen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE FLEVOLAND,
zetelend te Lelystad,
gedaagde,
advocaat mr. M.G.I.W. Teunis te Zwolle,
Partijen zullen hierna Orgaworld en de provincie genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 maart 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 1 juli 2008
- een akte uitlating deskundigenbenoeming en vraagstelling aan weerszijden.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In het tussenvonnis van 19 maart 2008 is in rechtsoverweging 4.2. overwogen dat de provincie aansprakelijk is voor de uit haar handelen voortvloeiende schade en kosten, en dat de rechtbank voornemens is de suggestie van Orgaworld voor de benoeming van een deskundige terzake over te nemen. De daarop gelaste comparitie heeft op geen enkel punt geleid tot een minnelijke regeling. Partijen zijn daarna in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan deze te stellen vragen.
2.2. Partijen zijn er kennelijk niet in geslaagd dienaangaande tot een gezamenlijk standpunt te komen. Zij hebben wel elk deskundigheid bepleit op het terrein van de afvalbranche. De rechtbank zal nu partijen niet met een gezamenlijke voordracht zijn gekomen zelf een deskundige benoemen, te weten een registeraccountant. Het betreft drs. W. Koopman RA die zich jegens de griffier bereid heeft verklaard een benoeming te aanvaarden.
2.3. Ook over de vraagstelling hebben partijen geen overeenstemming bereikt. Met inachtneming van voorstellen van beide partijen komt de rechtbank tot de volgende vraagstelling:
I. Vanaf welk moment - waarbij valt te denken aan 28 september 2001, 21 december 2001, 3 of 16 januari 2002 - komt bedoelde schade voor vergoeding in aanmerking? En tot welk moment loopt deze schade door na 23 mei 2003?
II. Dienen voor het berekenen van de schade als basis te worden genomen (a) de vaste- en/of capaciteitskosten, ongeacht of gebruik is gemaakt of zou zijn gemaakt van deze capaciteit, of (b) de daadwerkelijk gemiste opbrengsten, verminderd met de uitgebleven kosten? En is, zo voor methode (a) dient te worden geopteerd, de door Orgaworld overgelegde berekening van deze kosten juist, en zo niet, hoeveel bedragen die dan? En in hoeverre zijn ter beperking van de schade - in aanmerking genomen de door Orgaworld overgelegde afvaladministratie - swill dan wel andere afvalstromen vanuit de overige verwerkingslocaties van Orgaworld omgeleid naar de Biocelinstallatie in Lelystad?
III. Wat is de aard en de omvang van de door Rotie in 2001, 2002 en 2003 aangeleverde afvalstromen en is de in de brief van 12 november 2001 door Rotie gemelde stroom swill aldus inderdaad niet door Orgaworld ontvangen in Lelystad of elders?
IV. Houdt het stopzetten van leveranties door ESM vanaf week 41 van 2002 verband met het dwangsombesluit? En zo ja, hoe groot is de misgelopen hoeveelheid swill? Welke extra kosten heeft Orgaworld moeten maken voor het omleiden van de afvalstroom swill door ESM naar Laarbeek? In hoeverre is de acceptatie van afval van ARN hierop van invloed geweest?
V. Is Orgaworld door het dwangsombesluit afvalstromen van Oostroms misgelopen? En zo ja, welke stromen en in welke hoeveelheden?
VI. In welke mate staat de inschakeling van mevrouw Verleur in verband met het dwangsombesluit?
VII. Welke buitengerechtelijke en welke accountantskosten zijn toe te rekenen aan het dwangsombesluit en zijn deze redelijk?
VIII. Op welk bedrag dient op grond van alle bevindingen de totale te vergoeden schade te worden geraamd?
IX. Zijn er overigens nog opmerkingen die in verband met de litigieuze kwestie van belang kunnen zijn?
2.4. De rechtbank acht het aangewezen dat ieder der partijen de helft van het voorschot op de kosten van de deskundige dragen.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de in rechtsoverweging 2.3. gestelde vragen;
3.2. benoemt tot deskundige: de heer drs. W. Koopman RA,
verbonden aan Prochira B.V.
correspondentieadres: Spaarne 1 8032 AL Zwolle;
3.3. stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen vast op
EUR 5.500,00 inclusief BTW en EUR 200,00 aan reiskosten;
3.4. bepaalt dat partijen ieder de helft van het voorschot uiterlijk op 12 december 2008 dienen over te maken op rekeningnummer 192325930 ten name van MvJ Arrondissement Zwolle (548) onder vermelding van het zaak- en rolnummer en de namen van partijen alsmede de woorden "voorschot deskundigen";
3.5. draagt de griffier op om de deskundige in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
3.6. bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door hem in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.7. draagt de deskundige op om uiterlijk op woensdag 25 februari 2009 een schriftelijk en ondertekend deskundigenbericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
3.8. wijst de deskundige er op dat:
- hij zijn taak onpartijdig en naar beste weten dient te verrichten,
- hij partijen via hun advocaten in de gelegenheid dient te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen,
- uit zijn rapport moet blijken op welke stukken zijn oordeel is gebaseerd,
- hij een concept van zijn rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen twee weken daarover opmerkingen te maken, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en hun reactie daarop moet vermelden,
- de griffie hem een leidraad zal toesturen met informatie over de totstandkoming van deskundigenrapporten;
3.9. verwijst de zaak naar de rol van woensdag 8 april 2009 voor conclusie na deskundigenbericht door beide partijen;
3.10. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2008.