ECLI:NL:RBZLY:2008:BH3530

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
31 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
150183 - KG ZA 08-493
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over auteursrecht en ondeelbaar werk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet verschenen was. De procedure omvatte een dagvaarding en een mondelinge behandeling, waarbij gedaagde verstek heeft laten verlenen. Eiser stelde dat hij de enige auteursrechthebbende was van een werk, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de stellingen van eiser niet duidelijk genoeg waren om deze claim te onderbouwen. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat eiser de enige rechthebbende was en dat de samenwerking tussen eiser en een derde partij had geleid tot een ondeelbaar werk, wat betekent dat eiser ook deelgenoot is in het auteursrecht op het werk. Dit werd ondersteund door de verklaring van een getuige, [A].

De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde, als grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten moest worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser werden begroot op EUR 866,44, inclusief dagvaarding, vast recht en salaris advocaat. De rechter heeft gedaagde veroordeeld om eiser in het bezit te stellen van negen videobanden met opnamen die in New York zijn gemaakt, op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 per dag tot een maximum van EUR 10.000,00. Het vonnis is uitgesproken op 31 oktober 2008 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waarbij het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 150183 / KG ZA 08-493
Vonnis in kort geding van 31 oktober 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. drs. J.J. Zijlstra,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. De door eiser betrokken stellingen en de aan de vordering ten grondslag gelegde rechtsgronden blinken niet uit in duidelijkheid. Uit die stellingen volgt, naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter, niet dat eiser de enige auteursrechthebbende is van het werk.
2.2. Met name op grond van de verklaring van [A] kan, als niet weersproken, echter wel worden aangenomen dat de samenwerking tussen partijen, [A] en zijn “associate” heeft geresulteerd in een ondeelbaar werk (in de zin van de auteurswet) van meerdere makers, waaronder eiser. Daaruit volgt dat eiser (tenminste) deelgenoot is in het auteursrecht dat op het werk rust. Op grond van artikel 3:169 BW is hij dus (tevens) gerechtigd tot het gebruik van het in de gemeenschap vallende auteursrecht. Tot dat gebruik kan, naar de voorzieningenrechter begrijpt, ook worden gerekend: het gebruik van de gegevensdrager van het werk, namelijk de videobanden. Nu gesteld noch gebleken is dat het gebruik van de videobanden niet te verenigen is met het (mogelijke) recht dat gedaagde heeft en overigens de vordering evenmin ongegrond of onrechtmatig voorkomt, is zij toewijsbaar. De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.
2.3. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- betaald vast recht 63,50
- in debet gesteld vast recht 190,50
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 866,44
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. veroordeelt gedaagde om eiser in het bezit te stellen van negen videobanden met in New York gemaakte opnamen in de periode van 23 november 2007 tot 6 december 2007, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 met een maximum van EUR 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde hiermee in gebreke blijft;
3.2. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op EUR 866,44, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer [nummer] ten name van MvJ Arrondissement Zwolle onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer,
3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2008.