ECLI:NL:RBZLY:2008:BH1239

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
23 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/850066-00
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van vervangende jeugddetentie in vervangende hechtenis na niet-naleving betalingsverplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 december 2008 uitspraak gedaan over de omzetting van vervangende jeugddetentie in vervangende hechtenis. De veroordeelde had een betalingsverplichting aan de staat niet nageleefd, ondanks aanmaningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde op het moment van de aanmaningen op het juiste adres stond ingeschreven, en dat het niet ontvangen van de acceptgirokaarten voor zijn eigen risico kwam. De rechtbank overweegt dat, ingevolge een wetswijziging per 1 februari 2008, vervangende jeugddetentie van rechtswege wordt omgezet in hechtenis. Dit betekent dat de rechter niet betrokken is bij de toetsing van de tenuitvoerlegging van vervangende jeugddetentie door het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de vervangende jeugddetentie om te zetten in hechtenis toegewezen, ondanks het ontbreken van een waarschuwing als bedoeld in artikel 573 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft daarbij de vervangingssleutel van 1 dag hechtenis voor € 50,= gehanteerd en bepaald dat de 76 dagen vervangende jeugddetentie wordt omgezet in 38 dagen hechtenis. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, ondanks een behoorlijke oproeping.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht
Parketnr. : 07.850066-00
Datum : 23 december 2008
Beslissing
op de op 23 september 2008 ter griffie ingekomen vordering van de officier van justitie strekkende tot vervanging van de bij onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige kamer in de rechtbank Zwolle d.d. 31 mei 2001 in de zaak met opgemeld parketnummer tegen
[verdachte]
geboren op [geboortejaar]
thans verblijvende in de [verblijfplaats]
in het kader van maatregelen tot schadevergoeding opgelegde 76 dagen vervangende jeugddetentie in 76 dagen vervangende hechtenis.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 25 september 2008 en 23 december 2008.
De officier van justitie en de raadsvrouw van veroordeelde, mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat te Deventer zijn op de vordering gehoord. De veroordeelde is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
OVERWEEGT
Uit de stukken waaronder een VIP print en een zaakoverzicht van het CJIB d.d. 19 september 2008 en hetgeen bij gelegenheid van het onderzoek ter terechtzitting van 23 december 2008 naar voren is gebracht is gebleken dat de veroordeelde de hem opgelegde betalingsverplichting aan de staat, ook na aanmaning, niet heeft voldaan.
De raadsvrouw heeft een beroep gedaan op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat de veroordeelde geen aanmaningen van het CJIB heeft ontvangen en voorts omdat niet is gebleken dat er een waarschuwing als bedoeld in artikel 573 lid 3 Wetboek van Strafvordering is uitgegaan.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de stukken blijkt dat het CJIB in 2001 en 2002 een drietal acceptgirokaarten (een 1e acceptgiro en een tweetal acceptgiro’s met verhogingen ingevolge artikel 24b Wetboek van Strafrecht) heeft doen uitgaan naar het adres aan de [adres] Blijkens het GBA-overzicht dat zich in het dossier bevindt, stond veroordeelde toen op dat adres ingeschreven. Dat veroordeelde die acceptgiro’s – zoals door de raadsvrouw is aangevoerd – niet heeft ontvangen omdat hij inmiddels [adres] al had verlaten, is een omstandigheid die voor zijn eigen risico komt. Een ieder is verantwoordelijk voor het afhalen van de post op het officiële adres van inschrijving.
Vervolgens is veroordeelde van 5 maart 2004 tot 1 oktober 2007 zonder vast woon- of verblijfplaats geweest. Onder die omstandigheden geldt de waarschuwingsverplichting van artikel 573 lid 3 niet. Vanaf 1 oktober 2007 staat veroordeelde echter weer officieel ingeschreven op het adres [--] En sinds enige tijd zit veroordeelde weer gedetineerd.
Van het doen uitgaan van een waarschuwing als bedoeld in artikel 573 lid 3 Wetboek van Strafvordering is uit het dossier niet gebleken.
De vraag is thans welke consequentie het ontbreken van deze waarschuwing moet hebben voor de door de officier van justitie thans gevorderde omzetting van vervangende jeugddetentie in vervangende hechtenis.
De rechtbank acht voor de beantwoording van die vraag twee omstandigheden relevant.
In de eerste plaats geldt inmiddels ingevolge een wetswijziging dat vanaf 1 februari 2008 vervangende jeugddetentie (zowel bij geldboetes als bij schadevergoedingsmaatregelen) van rechtswege wordt vervangen door hechtenis. Bovendien geldt dat in het algemeen bij de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis/jeugddetentie de rechter niet betrokken is bij de toetsing of door het Openbaar Ministerie terecht tot een dergelijke tenuitvoerlegging wordt overgegaan. Niet valt in te zien waarom dan in het onderhavige geval, waarin het gaat om de omzetting van een vervangende jeugddetentie in een vervangende hechtenis, de rechter wèl zou toetsen of het Openbaar Ministerie terecht tot een tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie overgaat.
Daarnaast geldt dat veroordeelde, ondanks dat de onderhavige vordering reeds op 22 oktober 2008 aan hem is betekend, niet aan de rechtbank aannemelijk heeft weten te maken dat hij bereid en in staat is om het nog openstaande bedrag aan schadevergoeding alsnog te voldoen.
Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het ontbreken van een waarschuwing thans geen beletsel om de vordering van de officier van justitie toe te wijzen.
Wel zal de rechtbank daarbij, anders dan de officier van justitie, uitgaan van de thans algemeen gehanteerde vervangingssleutel van 1 dag hechtenis voor € 50,= aan geldboete/schadevergoeding. Dat rechtbank zal derhalve bepalen dat de vervangende jeugddetentie op grond van artikel 77k wordt omgezet in 38 dagen hechtenis.
BESLISSING
De rechtbank:
Bepaalt dat de 76 dagen vervangende jeugddetentie wordt omgezet in 38 dagen vervangende hechtenis.
Aldus gedaan door mr.F. Koster, voorzitter, mrs. L.J.C. Hangx en E.M. de Veij Mestdagh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.M.A.T. van der Geest als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 januari 2009.