ECLI:NL:RBZLY:2008:BG9247

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
18 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.601456-07
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs en betrouwbaarheid getuigenverklaring

In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Strafrecht, is op 18 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door mr. E.I.B. Hoffman. De verdachte was aangeklaagd voor een strafbaar feit, maar het openbaar ministerie heeft ter terechtzitting op 18 december 2008 de vrijspraak gevorderd. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek ter terechtzitting, dat plaatsvond op 17 april en 18 december 2008, geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de getuigenverklaring van een belangrijke getuige, die op beide zittingen was gehoord, kritisch beoordeeld. De getuige had verklaard dat zij onder invloed van alcohol en drugs verkeerde tijdens de gebeurtenissen die aan de tenlastelegging ten grondslag lagen. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. De getuige had herhaaldelijk aangegeven dat zij zich niet alles meer precies kon herinneren, wat de rechtbank deed twijfelen aan de vrijwilligheid van de seksuele handelingen die met de verdachte zouden zijn verricht.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte van het gehele ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter, mr. G.H. Meijer, en de rechters, mrs. A.W.M. van Hoof en A.J. Louter, betrokken waren. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier M. Smit aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.601456-07
Datum: 18 december 2008
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte]
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 april 2008 en 18 december 2008. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door mr. E.I.B Hoffman, advocaat te Almere.
De officier van justitie, mr. M. Vink, heeft ter terechtzitting van 18 december 2008 de vrijspraak gevorderd van verdachte ter zake van het gehele ten laste gelegde.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging)
BEWIJS
De verdachte dient van het gehele ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank komt tot deze vrijspraak omdat niet boven elke twijfel verheven is dat de ter terechtzitting van 17 april 2008 en 18 december 2008 door de getuige [getuige] afgelegde verklaring, in voldoende mate betrouwbaar is om tot de overtuiging te geraken dat het tenlastegelegde bewezen is. De getuige heeft immers met name in haar verklaring van 18 december 2008 herhaalde malen te kennen gegeven het allemaal niet precies meer te weten. Zowel verdachten als zijzelf hadden immers alcohol genuttigd en vervolgens een hoeveelheid GHB, gevolgd door het gebruik van cocaïne. Mevrouw [getuige] was door het gebruik van middelen naar eigen zeggen “weg”. De rechtbank kan dientengevolge niet vaststellen in welke mate de seksuele handelingen, die verdachten met mevrouw [getuige] hebben verricht, op vrijwillige basis hebben plaats gevonden.
BESLISSING
Het ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Aldus gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en A.J. Louter, rechters, in tegenwoordigheid van M. Smit als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2008.
Mrs. Van Hoof en Louter waren buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.