ECLI:NL:RBZLY:2008:BG9247
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs en betrouwbaarheid getuigenverklaring
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Strafrecht, is op 18 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door mr. E.I.B. Hoffman. De verdachte was aangeklaagd voor een strafbaar feit, maar het openbaar ministerie heeft ter terechtzitting op 18 december 2008 de vrijspraak gevorderd. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek ter terechtzitting, dat plaatsvond op 17 april en 18 december 2008, geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de getuigenverklaring van een belangrijke getuige, die op beide zittingen was gehoord, kritisch beoordeeld. De getuige had verklaard dat zij onder invloed van alcohol en drugs verkeerde tijdens de gebeurtenissen die aan de tenlastelegging ten grondslag lagen. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. De getuige had herhaaldelijk aangegeven dat zij zich niet alles meer precies kon herinneren, wat de rechtbank deed twijfelen aan de vrijwilligheid van de seksuele handelingen die met de verdachte zouden zijn verricht.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte van het gehele ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter, mr. G.H. Meijer, en de rechters, mrs. A.W.M. van Hoof en A.J. Louter, betrokken waren. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier M. Smit aanwezig.