vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
zaaknummer / rolnummer: 148006 / KG ZA 08-371
Vonnis in kort geding van 25 augustus 2008
[A],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
procureur mr. S. Nauta,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLIZZZ B.V.,
gevestigd te Zeewolde,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. D.Talsma.
Partijen zullen hierna [A] en BliZzz genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 augustus 2008 met producties
- de mondelinge behandeling ter openbare terechtzitting van 18 augustus 2008
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties
- de door mr. Talsma bij brief van 15 augustus 2008 overgelegde producties
- de pleitnota van [A]
- de pleitnota van BliZzz.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [A] heeft op 8 februari 2008 onder de naam [Bedrijf A] een eenmanszaak opgericht die zich bezig houdt met de verkoop van systemen ter bestrijding van muggen, vliegen en andere insecten.
2.2. BliZzz is een detail- en groothandel in producten voor insectenbestrijding. Tot het assortiment behoort onder meer de Muggenval, de Biologische vliegenval en de Rescue Vliegenzak.
2.3. Op 21 februari 2008 is tussen [A], als distributeur, en BliZzz een ‘Distributie-overeenkomst voor Nederland’ (hierna: de distributieovereenkomst) van kracht geworden. Daarin is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Artikel 3: Exclusiviteit
(…)
Lid 2: De distributeur verplicht zich tijdens de duur van de overeenkomst geen vertegenwoordiging of andere activiteit te ontwikkelen van of met producten die op grond van hun aard, werking of uiteindelijk gebruik zouden kunnen concurreren met de producten van BliZzz.
(…)
Artikel 6: Verplichtingen distributeur
(…)
Lid 3: Distributeur zal buiten Nederland geen klanten of relaties benaderen, alsook nalaten marktonderzoek te verrichten naar – of vestiging van – respectievelijk een magazijn voor – BliZzz producten of hiervan afgeleide producten.
Lid 4: Wanneer deze overeenkomst om wat voor reden wordt beëindigd, zal Distributeur alle relevante informatie, waaronder contracten en overeenkomsten kosteloos aan BliZzz overhandigen.
(…)
Artikel 11: Vertrouwelijke gegevens
Lid 1: Beide partijen zijn gehouden tot geheimhouding van alle gegevens, welke als vertrouwelijk zijn aan te merken.
Lid 2: Binnen 10 (tien) dagen na beëindiging van deze overeenkomst zal iedere partij de voor de andere partij relevante gegevens (zie art 6 Lid 3) retourneren, dit voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is. Ten aanzien van deze gegevens geldt een geheimhoudingsplicht, welke 1 (een) jaar na afloop van deze overeenkomst eindigt.
Lid 3: Wanneer de gegevens waarvoor geheimhouding geldt binnen een periode van 2 (twee) jaar gebruikt worden op een wijze die andere partij nadelig beïnvloedt (dit ter beoordeling van de benadeelde partij), zal dit middels aangetekend schrijven aan tegenpartij worden gemeld. Direct na melding hiervan start een boetregeling van EUR 1000 per werkdag met een maximum van EUR 50.000. De inning van deze boete wordt direct door benadeelde partij uit handen gegeven, met welke verhoging van kosten de tegenpartij akkoord gaat.
(…)”
2.4. Bij brief van 21 april 2008 heeft [A] aan (de directeur van) BliZzz bericht dat hij de distributieovereenkomst wil opzeggen.
2.5. Bij e-mail van 23 april 2008 heeft [A] aan (onder meer) een aantal klanten van BliZzz het volgende geschreven:
“U heeft recent een Muggenval bij ons besteld. Het zwermt nog niet, maar binnenkort als het nog wat warmer wordt kunt u de proef op de som nemen. Wij zijn heel benieuwd hoe u denkt over het gebruik en de effectiviteit van de Muggenval. Als het u uitkomt, laat het ons dan weten.
Uw reactie kunt u mailen naar bart@bugfreesystems.nl of over 3 weken achterlaten op onze website, die in de tweede week van Mei in de lucht zal zijn. Met de vertrouwde producten, en eind Mei met een paar interessante nieuwkomers op het gebied van natuurlijke insectenbestrijding.
(…)
N.b. De Muggenval heet voortaan Bugfree Muggenval. Dit om (naams)verwarring te voorkomen, het product is identiek aan het uwe (…).”
2.6. BliZzz heeft op 4 augustus 2008 conservatoir derdenbeslag doen leggen onder de SNS Bank Nederland B.V. op de bankrekening van [A] ter verzekering van verhaal van een door BliZzz gestelde vordering op [A] van EUR 90.000,-. De gepretendeerde vordering is gebaseerd op verbeurde boete wegens het overtreden van de geheimhoudingsplicht in de distributieovereenkomst ad EUR 50.000,- alsmede op onrechtmatig handelen van [A], waardoor BliZzz schade BliZzz stelt te hebben geleden ad EUR 25.000,-, vermeerderd met rente en kosten.
3. Het geschil in conventie
3.1. [A] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren, BliZzz zal veroordelen:
I.
Primair
om het conservatoir derdenbeslag, dat zij heeft doen leggen onder SNS Bank Nederland B.V. binnen twee dagen na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis in kort geding op te heffen;
Subsidiair
om het conservatoir derdenbeslag dat zij heeft doen leggen onder SNS Bank Nederland B.V. binnen twee dagen na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis in kort geding gedeeltelijk op te heffen;
Meer subsidiair
om het conservatoir derdenbeslag, dat zij heeft doen leggen onder SNS Bank Nederland B.V. binnen twee dagen na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis in kort geding op te heffen tegen zekerheidstelling van [A] voor een bedrag van EUR 25.000,-, dan wel voor een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag;
II.
In de kosten van dit geding.
3.2. [A] baseert zijn vordering op de stelling dat de vordering van BliZzz ondeugdelijk is. Volgens hem heeft hij geen boete verbeurd, aangezien hij de in de distributieovereenkomst vermelde geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden. Hij heeft weliswaar een bestelling gedaan bij de Chinese fabrikant van Muggenvallen, die (ook) aan BliZzz levert, doch daardoor is de geheimhoudingsplicht niet geschonden, nu de gegevens van de desbetreffende fabrikant eenvoudig te vinden zijn op het internet en nu bovendien op de betreffende producten van BliZzz een sticker is geplakt, dan wel langere tijd geplakt is geweest, met de gegevens van de fabrikant.
[A] heeft zich evenmin schuldig gemaakt aan onrechtmatige concurrentie, aangezien in de distributieovereenkomst geen concurrentiebeding is opgenomen, zodat het hem vrij staat activiteiten te ontplooien in dezelfde branche als waarin BliZzz actief is en producten te verkopen die ook door BliZzz worden verkocht. BliZzz heeft bovendien haar schade in het geheel niet onderbouwd. De Muggenvallen die [A] bij voornoemde Chinese fabrikant heeft besteld hebben hem slechts een omzet van EUR 2.000,- opgeleverd.
3.3. BliZzz voert het volgende aan. [A] heeft op grond van de distributieovereenkomst een boete verbeurd, aangezien hij de in de distributieovereenkomst vastgelegde geheimhoudingsplicht heeft geschonden door vertrouwelijke informatie die hem in het kader van de distributieovereenkomst ter kennis is gekomen te gebruiken voor het plaatsen van een bestelling bij de Chinese leverancier van BliZzz. [A] heeft voorts nagelaten de (vertrouwelijke) klantgegevens die hij tijdens zijn distributeurschap heeft verzameld binnen 10 dagen na beëindiging van de distributieovereenkomst aan BliZzz te verstrekken, hoewel hij dit op grond van de overeenkomst verplicht was.
Daarnaast heeft [A] omstreeks 21 april 2008 klanten van BliZzz benaderd vanuit zijn bedrijf [Bedrijf A]. Hiermee heeft [A] het concurrentiebeding, dat volgt uit de distributieovereenkomst, geschonden. Ook wanneer zou moeten worden aangenomen dat geen concurrentiebeding geldt tussen partijen, heeft [A] onrechtmatig gehandeld jegens BliZzz door (een groot aantal van) haar klanten te benaderen op de wijze zoals hij in de e-mail van 23 april 2008 (geciteerd in rechtsoverweging 2.5.) heeft gedaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. BliZzz vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [A] zal verbieden om vanaf de datum van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, althans binnen drie werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans onder zodanige voorwaarden als de voorzieningenrechter behoorlijk acht, bedrijfsinformatie van BliZzz naar buiten te brengen;
II. [A] zal verbieden om vanaf de datum van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, althans binnen drie werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans onder zodanige voorwaarden als de voorzieningenrechter behoorlijk acht, voormalige klanten en/of huidige klanten en/of potentiële klanten van BliZzz te benaderen met als doel hun relatie of beoogde relatie met BliZzz te beëindigen;
III. [A] vanaf de datum van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, althans binnen drie werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans onder zodanige voorwaarden als de voorzieningenrechter behoorlijk acht, primair zal gebieden om met die van BliZzz concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden althans subsidiair [A] zal verbieden die handelingen te verrichten welke als aan BliZzz schadetoebrengende activiteiten kunnen worden aangemerkt;
IV. [A] zal veroordelen om vanaf de datum van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, althans binnen drie werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans onder zodanige voorwaarden als de voorzieningenrechter behoorlijk acht, BliZzz te informeren welke klanten en potentiële klanten door [A] zijn benaderd en met welke boodschap;
V. zulks onder verbeurte van een dwangsom van EUR 10.000,- voor elke dag dat [A] vanaf de datum van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis, althans vanaf de vierde werkdag na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, in gebreke blijft met de nakoming van het vonnis;
VI. [A] zal veroordelen tot betaling aan BliZzz van een voorschot op de vergoeding van de door BliZzz vanwege het mislopen van opdrachten te lijden schade en de boete op grond van artikel 11.3., welk voorschot bepaald dient te worden op EUR 90.000,- althans op EUR 50.000,- althans op een door de voorzieningenrechter te bepalen voorschot;
VII. [A] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de derde dag na betekening van de in het vonnis vastgestelde proceskostenveroordeling, tot de dag der algehele voldoening.
4.2. BliZzz baseert haar vordering in reconventie op hetgeen zij in conventie heeft aangevoerd.
5. De beoordeling
in conventie en in reconventie
5.1. Van het spoedeisend belang is in deze zaak in voldoende mate gebleken.
5.2. [A] heeft bezwaar gemaakt tegen overleggen van producties door BliZzz op vrijdag 15 augustus 2008 en voorafgaand aan de zitting van maandag 18 augustus 2008. De voorzieningenrechter gaat aan dit bezwaar voorbij, aangezien in deze zaak door [A] op 13 augustus 2008 is gedagvaard voor de zitting van 18 augustus 2008, waardoor het onvermijdelijk was dat door beide partijen nog in een laat stadium stukken werden overgelegd.
5.3. De grondslag voor de vordering ten behoeve waarvan BliZzz beslag heeft doen leggen op het banktegoed van [A] is het verbeuren van een boete van EUR 50.000,- alsmede schade, thans begroot op EUR 47.139,00, die BliZzz lijdt wegens onrechtmatig handelen van [A].
[A] stelt dat de vordering ondeugdelijk is en vordert (gedeeltelijke) opheffing van het beslag.
5.4. BliZzz stelt dat [A] een boete heeft verbeurd op grond van de distributieovereenkomst door een bestelling te doen bij de Chinese leverancier van BliZzz. Volgens BliZzz heeft [A] daardoor de geheimhoudingsplicht, zoals die is neergelegd in de distributieovereenkomst, geschonden. In dit verband is van belang dat de distributieovereenkomst in artikel 11 lid 1 vermeldt dat partijen gehouden zijn tot geheimhouding van alle gegevens welke als vertrouwelijk zijn aan te merken. In Artikel 11 lid 3 is vervolgens bepaald dat bij misbruik van de gegevens waarvoor geheimhouding geldt, een boete verschuldigd is. De distributieovereenkomst geeft echter geen uitsluitsel over de vraag welke gegevens als vertrouwelijk zijn aan te merken.
Het doen van een bestelling bij een Chinese fabrikant kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet worden gezien als overtreding van de geheimhoudingsplicht. Naar normaal spraakgebruik veronderstelt schending van een geheimhoudingsverplichting dat vertrouwelijke gegevens worden verstrekt aan derden, die daarvan in de regel voordeel kunnen genieten ten nadele van degene die de geheimhouding bedongen heeft. Die situatie doet zich hier niet voor. [A] heeft hooguit zelf gebruik gemaakt van de omstandigheid dat hij wist dat de Chinese fabrikant de omstreden artikelen leverde. Nu echter – zoals [A] onweersproken aanvoert – op de betreffende producten van BliZzz een sticker is geplakt met de gegevens van de fabrikant, deze fabrikant op het internet te vinden is en er geen afspraak bestond dat deze fabrikant (in Nederland) uitsluitend aan BliZzz zou leveren, is door de litigieuze bestelling de geheimhoudingsplicht niet geschonden en is daardoor derhalve geen boete verbeurd.
5.5. BliZzz stelt voorts dat [A] in gebreke is gebleven in de nakoming van artikel 11 lid 2 van de distributieovereenkomst omdat hij heeft nagelaten de “voor de andere partij relevante” gegevens te retourneren. In dit verband heeft [A] onweersproken gesteld dat alle aanvragen en opdrachten van klanten van BliZzz binnenkwamen via de website van BliZzz en dat BliZzz daarover beschikt of kan beschikken, zodat zij er geen belang bij heeft dat [A] haar deze gegevens nogmaals verstrekt. Naar het oordeel van voorzieningenrechter is [A] op dit punt dan ook niet te kort geschoten in zijn verplichtingen uit de distributieovereenkomst.
5.6. Uit het voorgaande volgt dat voorshands niet aannemelijk is dat op grond van de distributieovereenkomst boetes zijn verbeurd en dat de vordering van BliZzz voor zover deze is gebaseerd op de boeteregeling uit de distributieovereenkomst onvoldoende is komen vast te staan. Het bij de beslaglegging door BliZzz ingeroepen recht is derhalve ondeugdelijk gebleken. Voor zover het beslag is gelegd op grond van de boeteregeling zal het worden opgeheven.
5.7. BliZzz voert aan dat [A] stelselmatig klanten van BliZzz heeft benaderd en producten, gelijk aan de producten van BliZzz tegen een lagere prijs aan die klanten heeft verkocht. Dit met gebruikmaking van de kennis en de middelen die hij middels de samenwerking met BliZzz heeft opgedaan.
Ter zitting heeft [A] meegedeeld dat hij, voordat hij met BliZzz ging samenwerken, onbekend was met de branche waarin BliZzz opereert. [A] heeft voorts ter zitting erkend dat hij het hiervoor onder punt 2.5. geciteerde e-mail bericht heeft gezonden aan (ongeveer dertig) klanten van BliZzz, van wie hij uit hoofde van zijn distributeurschap wist dat zij kort tevoren een Muggenval bij BliZzz hadden gekocht. Volgens hem is echter geen concurrentiebeding overeengekomen, zodat het hem vrij stond na het beëindigen van de distributieovereenkomst concurrerende activiteiten te ondernemen.
5.8. De voorzieningenrechter is voorshands – met [A] – van oordeel dat uit de tussen partijen gesloten distributieovereenkomst niet valt af te leiden dat partijen een concurrentiebeding zijn overeengekomen. BliZzz stelt wel dat het evident is dat het de bedoeling was van partijen dat [A] geen met BliZzz concurrerende activiteiten zou ontplooien na beëindiging van de distributieovereenkomst, maar dat blijkt niet uit de tekst van de overeenkomst. Het blijkt in elk geval niet uit het door BliZzz in dit verband genoemde artikel 6 lid 3 van de distributieovereenkomst. In beginsel staat het [A] dus vrij om na beëindiging van de distributieovereenkomst in dezelfde branche als BliZzz concurrerende activiteiten te ontplooien. Het is ook niet zonder meer verboden daarbij gebruik te maken van de door hem opgedane kennis tijdens de samenwerking met BliZzz. In het algemeen echter geldt dat een ex-distributeur in zijn concurrerende activiteiten is beperkt door de norm van zorgvuldigheid, die in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Gezien het aantal klanten van BliZzz dat [A] heeft benaderd, het feit dat [A] deze klanten alleen kende door zijn distributeurschap voor BliZzz en de strekking van het bericht dat hij hen heeft gestuurd, heeft [A] naar het oordeel van de voorzieningenrechter de hier bedoelde zorgvuldigheidsnorm overschreden door het stelselmatig benaderen van klanten van BliZzz, met gebruikmaking van de informatie die hij in het kader van de distributieovereenkomst had verkregen. Hiermee heeft [A] onrechtmatig gehandeld jegens BliZzz en is hij aansprakelijk voor de schade die BliZzz daardoor heeft geleden.
5.9. BliZzz stelt dat haar schade gelijk is aan de brutowinst die [A] volgens haar maakt of zal maken op de door hem bestelde muggenvallen en vliegenvallen. BliZzz begroot die schade op EUR 47.139,-. Van dit bedrag heeft EUR 44.849,- betrekking op muggenvallen en 2.290,- op vliegenvallen.
[A] heeft erkend dat hij bij de Chinese leverancier van BliZzz een container muggenvallen heeft besteld. Hij voert in dit verband echter aan dat hij slechts een omzet van EUR 2.000,- heeft behaald met de verkoop daarvan. Het grootste deel is volgens hem nog onverkocht.
Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben gesteld met betrekking tot de door BliZzz ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [A] geleden schade, acht de voorzieningenrechter het voorshands niet aannemelijk dat voornoemde schade groter is dan EUR 25.000,- inclusief rente en kosten.
5.10. Uit het hiervoor overwogene volgt dat de subsidiaire vordering in conventie zal worden toegewezen, met dien verstande dat het beslag zal worden opgeheven voor zover dit een bedrag van EUR 25.000,- te boven gaat.
5.11. BliZzz zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [A] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- vast recht 254,00
- salaris procureur 904,00
Totaal EUR 1.234,44
in reconventie
5.12. De vordering sub I. betreft een verbod op het naar buiten brengen door [A] van bedrijfsinformatie van BliZzz. Aangezien niet is gesteld of aannemelijk is geworden dat [A] op enigerlei wijze bedrijfsinformatie van BliZzz naar buiten heeft gebracht of voornemens is naar buiten te brengen, zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
5.13. Ten aanzien van de vordering sub II. – het verbod om, kort gezegd, klanten van BliZzz te benaderen – overweegt de voorzieningenrechter dat [A] heeft erkend klanten van BliZzz te hebben benaderd teneinde hen te bewegen hun relatie met BliZzz te beëindigen, hetgeen onrechtmatig is jegens BliZzz. BliZzz heeft er dan ook belang bij dat [A] deze activiteiten staakt. De vordering sub II. zal worden toegewezen, in die zin dat het daarin vervatte verbod niet geldt voor ‘potentiële’ klanten van BliZzz.
[A] kan immers niet de mogelijkheid worden ontzegd zich in de vrije concurrentie te begeven en potentiële klanten van BliZzz te benaderen, nu geen concurrentiebeding is overeengekomen, zoals reeds in rechtsoverweging 5.6 is overwogen.
5.14. De primaire vordering sub III., die strekt tot veroordeling van [A] om de activiteiten te staken die concurreren met die van BliZzz, wordt afgewezen. Aangezien geen concurrentiebeding is overeengekomen, is er geen grond om [A] te veroordelen concurrerende activiteiten te staken. Het subsidiair gevorderde verbod inzake handelingen die kunnen worden aangemerkt als aan BliZzz schadetoebrengende activiteiten wordt eveneens afgewezen, aangezien dit deel van de vordering onvoldoende bepaald is.
5.15. In verband met het sub IV. gevorderde – dat [A] BliZzz dient te informeren welke klanten hij met welke boodschap heeft benaderd – heeft [A] ter zitting meegedeeld dat hij slechts de in de e-mail van 23 april 2008 opgenomen boodschap heeft verzonden aan de daarin vermelde (ongeveer dertig) klanten. Nu BliZzz niet aannemelijk heeft gemaakt dat [A], naast de door hem reeds genoemde, nog andere klanten heeft benaderd of andere boodschappen heeft verstuurd, ziet de voorzieningenrechter geen grond voor toewijzing van dit deel van de vordering.
5.16. De sub V. gevorderde dwangsom zal alleen worden toegewezen met betrekking tot het gevorderde sub II., met dien verstande dat de dwangsom zal worden gematigd tot EUR 5.000,- per gebeurtenis met een maximum van EUR 75.000,-.
5.17. Sub VI. vordert BliZzz veroordeling van [A] tot betaling van een voorschot op de boete ex artikel 11 lid 3 van de distributieovereenkomst en op de te lijden schade wegens het mislopen van opdrachten.
In rechtsoverweging 5.6. is reeds overwogen dat de voorzieningenrechter voorshands niet aannemelijk acht dat een boete op grond van de distributieovereenkomst is verbeurd. Ten aanzien van het voorschot op de door BliZzz gestelde schade overweegt de voorzieningenrechter dat [A] de door BliZzz gestelde schade gemotiveerd heeft weersproken en dat daarom nog te veel onduidelijkheid bestaat voor toewijzing in kort geding. Bovendien is ter zake van de schade reeds beslag gelegd, zodat de voorzieningenrechter geen termen ziet voor toewijzing van een voorschot in kort geding.
5.18. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
6.1. heft op het beslag dat door BliZzz onder de SNS bank is gelegd op het (de) banktegoed(en) van [A] voor zover dit beslag een bedrag van EUR 25.000,- te boven gaat;
6.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3. veroordeelt BliZzz in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op EUR 1.243,44;
6.4. wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.5. verbiedt [A] om vanaf de datum van betekening van dit vonnis klanten van BliZzz te benaderen met als doel hun relatie met BliZzz te beëindigen;
6.6. bepaalt dat [A] een dwangsom van EUR 5.000,- verbeurt voor iedere overtreding van het hiervoor in rechtsoverweging 6.5. genoemde verbod na betekening van dit vonnis, met een maximum van EUR 75.000,-;
6.7. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.8. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. van Rijssen en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2008.