RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnumers: 07.607002-07 en 07.607423-07 (P)
Datum: 9 oktober 2008
[verdachte],
[geboortedatum],
[woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek is gehouden ter openbare terechtzitting van 25 september 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. H. Harmeijer, en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte, mr. E. Lucas, advocaat te Lelystad, en door de verdachte naar voren is gebracht.
De verdachte is onder parketnummer: 607002-07 ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 september 2006 tot en met 29 december 2006 op na te noemen plaatsen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) of ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels een of meer van de navolgende personen heeft bewogen tot afgifte van goederen – op tijd en plaats daarbij vermeld [bedrijf] september 2006 bij [bedrijf]: (een) frituurpan(nen) en/of een bakplaat en/of (twee) magnetron(s) en/of een verdeelkast en/of (een) omsnoer(en) en/of
- op 12 september 2006 bij [benadeelde partij] te Amsterdam: een grote hoeveelheid goederen, onder meer bestaande uit bestek en/of servies en/of pannen en/of
- in de periode van 12 september 2006 tot en met 29 december 2006 bij [benadeelde partij] te Bussum: (een) mobiele telefoon(s) en/of (daarbij behorende) abonnement(en),
in elk geval telkens van enig goed,
hebbende verdachte en/of mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid op naam van [bedrijf] voornoemde goederen gehuurd en/of gekocht, waardoor [bedrijf] en/of C.J. Overeem en/of [benadeelde partij] en/of [benadeelde partij] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 6 september 2006 tot en met 29 december 2006 te Almere en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk navolgende goederen, te weten:
- (een) frituurpan(nen) en/of een bakplaat en/of (een) magnetron(s) en/of een verdeelkast en/of (een) omsnoer[bedrijf] september 2006 bij [bedrijf]) en/of
- een grote hoeveelheid goederen, onder meer bestaande uit bestek en/of servies en/of pannen (op 12 september 2006 bij [benadeelde partij] te Amsterdam) en/of
- (een) mobiele telefoon(s) en/of (daarbij behorende) abonnement(en) (in de periode van 12 september 2006 tot en met 29 december 2006 bij [benadeelde partij] te Bussum),
in elk geval telkens enig goed, geheel of ten dele toebehorende (een) ander(en) dan aan de verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) goed(eren)verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder(s) en/of als koper(s) onder zich had(den), wederrechtelijk zich (telkens) heeft/hebben toegeëigend;
De verdachte is onder parketnummer: 607423-07 ten laste gelegd dat:
Feit 1
zaak 1
hij in of omstreeks de periode 5 oktober 2007 tot en met 24 oktober 2007 te Baarn en/of Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee, althans één, alu steiger(s) met toebehoren, in elk geval enig goe[benadeelde partij]]le toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 5 oktober 2007 tot en met 24 oktober 2007 te Baarn en/of Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk twee, althans één, alu steiger(s) met toebehoren, in elk geval enig goe[benadeelde partij]]le toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 2
zaak 2
hij in of omstreeks de periode 11 oktober 2007 tot en met 18 oktober 2007 te Leiden, en/of Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2 rolsteigers met toebehoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 11 oktober 2007 tot en met 18 oktober 2007 te Leiden, en/of Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 2 rolsteigers met toebehoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 3
zaak 5
hij in of omstreeks de periode 9 oktober 2007 tot en met 22 oktober 2007 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 1 [bedrijf] met toebehoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 9 oktober 2007 tot en met 22 oktober 2007 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 1 [bedrijf] met toebehoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 4
zaak 6
hij in of omstreeks de periode 8 oktober 2007 t/m 8 november 2007 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één rolsteiger (bestaande uit diverse delen en/of met stickers van [bedrijf] erop geplakt), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 8 oktober 2007 t/m 8 november 2007 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk weggenomen één rolsteiger (bestaande uit diverse delen en/of met stickers van [bedrijf] erop geplakt), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 5
zaak 7
hij in of omstreeks de periode 23 oktober 2007 t/m 30 oktober 2008 te IJmuiden, gemeente Velsen en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2 paar rolsteigers van het merk Skyworks, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 23 oktober 2007 t/m 30 oktober 2007 te IJmuiden, gemeente Velsen en/of te Almere, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk weggenomen 2 paar rolsteigers van het merk Skyworks, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
A. Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Parketnummer: 607002-07
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting. Verdachte heeft bewust goederen laten afgeven op naam van [bedrijf]. Op initiatief van de verdachte zijn verdachte en zijn mededaders naar de Kamer van Koophandel geweest om [bedrijf] in te schrijven. Zij hebben ook op naam van [bedrijf] een bedrijfspas aangevraagd bij [benadeelde partij] en op Marktplaats gezocht naar bedrijven om aan hun spullen te komen.
Parketnummer: 607423-07
Feiten 1 tot en met 5
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen. Verdachte was op voorhand van plan om de steigers weg te nemen en daarom is er sprake van diefstal. Het plan om de steigers weg te nemen is niet pas na het huren ontstaan.
B. Het standpunt van de verdediging
Parketnummer: 607002-07
Verdachte neemt zijn verantwoordelijkheid voor dit feit en de verdediging refereert zich.
Parketnummer: 607423-07
Feiten 1 tot en met 5
Doel van het huren is niet alleen geweest het wegnemen van de steigers. Er is derhalve geen sprake van diefstal door twee of meer verenigde personen. Dit moet leiden tot vrijspraak voor het primair ten laste gelegde. Er is in casu wel sprake van verduistering.
C. Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder parketnummer: 607002-07 primair ten laste is gelegd en onder parketnummer: 607423-07 subsidiair ten laste is gelegd, zoals hierna onder D. is weergegeven. De hierna te noemen bewijsmiddelen bevatten de tot die beslissing redengevende feiten en omstandigheden, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts is gebruikt met betrekking tot het feit of de feiten waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De rechtbank komt tot deze bewezenverklaring op basis van de volgende bewijsmiddelen
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer 2006062153-1, opgemaakt door de politie Flevoland op 13 september 2006, houdende de aangifte van [benadeelde partij];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer 2006062153-24, opgemaakt door de politie Flevoland op 23 januari 2007, houdende de aangifte van [benadeelde partij];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer 2006062153-27, opgemaakt door de politie Flevoland op 15 februari 2007, houdende de aangifte van [benadeelde partij];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer 2007071269-1, opgemaakt door de politie Flevoland op 13 oktober 2007, houdende de aangifte[benadeelde partij]];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer PL1641/07210395, opgemaakt door de politie Hollands Midden op 17 oktober 2007, houdende de aangifte van [bedrijf];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer PL0971/07-333651, opgemaakt door de politie Utrecht op 22 oktober 2007, houdende de aangifte v[benadeelde partij]tij].;
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer PL0740/07-168732 opgemaakt door de politie District West-Veluwe Vallei op 8 november 2007, houdende de aangifte van [benadeelde [bedrijf];
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met het nummer PL1251/07-136059, opgemaakt door de regiopolitie Kennemerland op 30 oktober 2007, houdende de aangifte van [bedrijf];
- Bekennende verklaring van de verdachte ter zitting.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder parketnummer 607002-07 primair ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
hij in de periode van 6 september 2006 tot en met 29 december 2006 op na te noemen plaatsen tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen een of meer van de navolgende personen heeft bewogen tot afgifte van goederen – op tijd en plaats daarbij vermeld -:
- op 6 september 2006 bij [bedrijf] ( C.J. Overeem) te Almere: een frituurpan en een bakplaat en magnetrons en een verdeelkast en omsnoeren en
- op 12 september 2006 bij [benadeelde partij] te Amsterdam: een grote hoeveelheid goederen, onder meer bestaande uit bestek en servies en pannen en
- in de periode van 12 september 2006 tot en met 29 december 2006 bij [benadeelde partij] te Bussum: mobiele telefoons en (daarbij behorende) abonnementen,
hebbende verdachte en zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en listig en bedrieglijk op naam van [bedrijf] voornoemde goederen gehuurd en/of gekocht, waardoor [bedrijf] en [benadeelde partij] en [benadeelde partij] telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
De verdachte dient van het onder parketnummer 607423-07 feiten 1 tot en met 5 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder parketnummer 607423-07 feiten 1 tot en met 5 subsidiair ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
Feit 1
hij in de periode van 5 oktober 2007 tot en met 24 oktober 2007 te Baarn en/of Almere tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk twee alu steigers met toebehoren, toebehorende[benadeelde partij]], welke goederen verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 2
hij in de periode van 11 oktober 2007 tot en met 18 oktober 2007 te Leiden en/of Almere tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 2 rolsteigers met toebehoren, toebehorende aan [bedrijf], welke goederen verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 3
hij in de periode van 9 oktober 2007 tot en met 22 oktober 2007 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, en/of Almere, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 1 [bedrijf] met toebehoren, toebehorende aan [bedrijf], welke goederen verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 4
hij in de periode van 8 oktober 2007 tot en met 8 november 2007 te Kootwijkerbroek, gemeente Barneveld, en/of te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk één rolsteiger (bestaande uit diverse delen en/of met stickers van [bedrijf] erop geplakt), toebehorende aan [benadeelde [bedrijf], welk goed verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Feit 5
hij in de periode van 23 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007 te IJmuiden, gemeente Velsen, en/of te Almere, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 2 paar rolsteigers van het merk Skyworks, toebehorende aan [bedrijf], welke goederen verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich hadden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend
De rechtbank heeft de tenlastelegging telkens aangevuld met het woord “van” na “de periode” en bij de feiten 4 en 5 de afkorting “t/m” voluit geschreven. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
VRIJSPRAAK VAN HET MEER OF ANDERS TEN LASTE GELGDE
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Het bewezene levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 326 in samenhang met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Parketnummer: 607423-07
Het bewezene levert telkens op:
medeplegen van verduistering,
strafbaar gesteld bij artikel 321 in samenhang met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
De feiten en de verdachte zijn deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
A. De eis van de officier
De officier van justitie heeft terzake van oplichting en diefstal gerekwireerd tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest.
B. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd de door de officier van justitie gevorderde eis te hoog te vinden. De verdediging deelt mee dat voeging met andere tegen de verdachte lopende strafzaken niet gelukt is, maar verzoekt desondanks bij een oplegging van een straf voor deze zaken rekening te houden met de gevangenisstraf van 24 maanden, waartoe verdachte bij vonnis van 6 mei 2008 reeds is veroordeeld.
C. Feitgerelateerde factoren
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte (en zijn mededaders), uit louter winstbejag, zeer grote (financiële) schade hebben aangebracht aan de bedrijven die zij hebben benadeeld.
Vertrouwen is een belangrijke pijler in het handelsverkeer, zeker als het om verhuren van materialen gaat. Verdachte heeft niets ontziend stelselmatig aan deze pijler gezaagd. De verhuurbedrijven die hij met een financiële strop heeft opgezadeld zijn daarmee niet de enige benadeelden. De branche als zodanig heeft door het handelen van verdachte schade opgelopen.
D. Verdachte gerelateerde factoren
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 1 september 2008 waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder soortgelijke als de onderhavige.
VORDERING VAN BENADEELDE PARTIJEN
Met betrekking tot de benadeelde partijen:
1. De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 8.005,50 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde onder 1.
2. De benadeelde partij [bedrijf] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 20.858,15 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde onder 2.
3. De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.350,80 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde onder 3.
4. De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.500,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde onder 4.
5. De benadeelde partij [bedrijf] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 11.320,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde onder 5.
6. De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 7.240,01 gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat:
- de sub 1 genoemde vordering van [benadeelde partij] toegewezen kan worden tot een bedrag van €. 8.005,50;
- de sub 2 genoemde vordering van [bedrijf] niet van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafproces;
- de sub 3 genoemde vordering van [benadeelde partij] geheel toegewezen kan worden derhalve tot een bedrag van €. 4.350,80;
- de sub 4 genoemde vordering van [benadeelde [bedrijf] geheel toegewezen kan worden derhalve tot een bedrag van €.2.500,00;
- de sub 5 genoemde vordering van [bedrijf] niet van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafproces;
- de sub 6 genoemde vordering van [benadeelde partij] geen betrekking heeft op het tenlastegelegde en om die reden niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
De raadsvrouwe heeft aangevoerd dat:
- de sub 1 genoemde vordering van [benadeelde partij] toegewezen kan worden tot een bedrag van €. 800,55 (zijnde het eigen risico van [benadeelde partij]);
- de sub 2 genoemde vordering van [bedrijf] niet van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafproces;
- de sub 3 genoemde vordering van [benadeelde partij] niet van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafproces;
- de sub 4 genoemde vordering van [benadeelde [bedrijf] toegewezen kan worden tot een bedrag van €.2.500,00 (in verband met de aftrek BTW);
- de sub 5 genoemde vordering van [bedrijf] niet van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafproces.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat de hiervoor gemelde benadeelde partijen rechtstreeks schade hebben geleden ten gevolge van de ten laste van verdachte bewezen verklaarde feiten.
De hoogte van die schade is:
- voor wat betreft de vordering van [benadeelde partij] genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van €.800,55 (eigen risico verzekering);
- voor wat betreft de vordering van [benadeelde partij] op €.454,00 (eigen risico verzekering);
- voor wat betreft de vordering van [benadeelde [bedrijf] op €.2.100,84 (dagwaarde exclusief BTW; volgens de toelichting was de dagwaarde € 2.500 inclusief BTW en de benadeelde partij kan als ondernemer de BTW verrekenen).
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsommen van €.800,55, €.454,00 en €.2.100,84; ten behoeve van de respectieve benadeelde partijen, te weten [benadeelde partij], [benadeelde partij] en [benadeelde [bedrijf].
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij], [benadeelde partij] en [benadeelde [bedrijf] zijn naar het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het meer gevorderde niet van zo eenvoudige aard dat deze zich lenen voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partijen in hun respectieve vorderingen voor dat deel niet ontvankelijk zijn en dat deze vorderingen voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
De rechtbank zal de benadeelde partijen Huurcentrum Leiden, [bedrijf] en [benadeelde partij] niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering, nu zij voor wat betreft de vorderingen van Huurcentrum Leiden en [bedrijf] van oordeel is dat de vorderingen niet van zo eenvoudige aard zijn dat deze zich lenen voor afdoening in het strafgeding. De vordering van [benadeelde partij] heeft geen betrekking op het tenlastegelegde. Genoemde benadeelde partijen kunnen hun vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Het terzake parketnummer 607002-07 primair ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het terzake parketnummer 607423-07 onder 1. tot en met 5. primair ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het terzake parketnummer 607423-07 onder 1. tot en met 5. subsidiair ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het terzake parketnummer 607002-07 primair en terzake parketnummer 607423-07 onder 1. tot en met 5. subsidiair meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Terzake parketnummer: 607423-07
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling:
- terzake feit 1 subsidiair aan [benadeelde partij], gevestigd te Baarn, een bedrag van €.800,55;
- terzake feit 3 subsidiair aan [benadeelde partij], gevestigd te Mijdrecht, een bedrag van €.454,00;
- terzake feit 4 subsidiair aan [benadeelde [bedrijf], gevestigd te Kootwijkerbroek een bedrag van €.2.100,84,
hoofdelijk met dien verstande dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan deze vordering heeft voldaan de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door ieder van de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt aan verdachte de verplichting op om, ten behoeve van:
- [benadeelde partij] aan de Staat een bedrag te betalen van €.800,55 (achthonderd euro vijfenvijftig), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 16(zestien) dagen hechtenis;
- [benadeelde partij] een bedrag van €.454,00(vierhonderdvierenvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 9 (negen) dagen hechtenis.
- [benadeelde [bedrijf] een bedrag van €.2.100,84(tweeduizend eenhonderd euro en vierentachig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 42 (tweeënveertig) dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde partij], [benadeelde partij] en [benadeelde [bedrijf] voor wat het meer gevorderde betreft in hun respectieve vorderingen niet ontvankelijk zijn en dat zij hun vorderingen voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [bedrijf], [bedrijf] en [benadeelde partij] in hun respectieve vorderingen niet ontvankelijk zijn en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. R.M. Berendsen en C.W. van Weert, rechters, in tegenwoordigheid van E.M. Scheffer als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2008.
Mrs. Berendsen en Van Weert voornoemd waren buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.