ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8768
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Wijnands-Veninga
- G.P. Nieuwenhuis
- A.W.M. van Hoof
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige doorzoeking en bewijsuitsluiting in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, stond de verdachte terecht op beschuldiging van een misdrijf in het kader van de Opiumwet. De zaak kwam voor de rechtbank na een onrechtmatige doorzoeking van de woning van de verdachte op 29 augustus 2007. De officier van justitie, mr. H. Harmeijer, eiste een gevangenisstraf van 70 dagen, met aftrek van voorarrest, en de teruggave van in beslag genomen telefoons aan de rechthebbende.
De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking niet rechtmatig was, omdat er geen toestemming was van de bewoner en er geen machtiging van de rechter-commissaris was verkregen. De rechtbank stelde vast dat de doorzoeking niet voldeed aan de wettelijke vereisten en dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim volgens artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Dit vormverzuim had belangrijke gevolgen voor de rechtsgeldigheid van het bewijs dat tijdens de doorzoeking was verkregen.
Uiteindelijk besloot de rechtbank dat het bewijs dat door de onrechtmatige doorzoeking was verkregen, uitgesloten moest worden van het bewijs. Hierdoor kon het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend worden bewezen, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank gelastte tevens de teruggave van de in beslag genomen goederen, waaronder twee Nokia telefoons, aan de rechthebbende. De uitspraak werd gedaan op 2 oktober 2008 door de rechters M.A. Wijnands-Veninga, G.P. Nieuwenhuis en A.W.M. van Hoof, in aanwezigheid van griffier mr. A. Seuters.