ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8738
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Wijnands-Veninga
- G.P. Nieuwenhuis
- A.W.M. van Hoof
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige doorzoeking en bewijsuitsluiting in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, stond de verdachte terecht op beschuldiging van feiten die verband hielden met de Opiumwet. De zitting vond plaats op 26 juni en 18 september 2008, waarbij de verdachte niet persoonlijk aanwezig was, maar werd vertegenwoordigd door mr. V.C. van der Velde. De officier van justitie, mr. H. Harmeijer, eiste een gevangenisstraf van 12 maanden en verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen.
De zaak draaide om een doorzoeking van de woning van de verdachte op 29 augustus 2007, die plaatsvond zonder toestemming van de bewoner. De rechtbank oordeelde dat er een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris nodig was voor een dergelijke doorzoeking, welke niet was verkregen. De rechtbank stelde vast dat de doorzoeking onrechtmatig was, omdat de vereiste machtiging ontbrak en er geen dringende noodzakelijkheid was om deze te omzeilen.
De rechtbank concludeerde dat het bewijsmateriaal dat tijdens de onrechtmatige doorzoeking was verkregen, uitgesloten moest worden van het bewijs. Dit leidde tot de beslissing dat de verdachte van de tenlasteleggingen moest worden vrijgesproken, aangezien er na uitsluiting van het bewijs onvoldoende bewijs overbleef om tot een veroordeling te komen. De rechtbank gelastte tevens de teruggave van de in beslag genomen goederen aan de rechthebbende.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.A. Wijnands-Veninga, en de andere rechters G.P. Nieuwenhuis en A.W.M. van Hoof. De uitspraak vond plaats op 2 oktober 2008.