ECLI:NL:RBZLY:2008:BF1257
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van ISD-maatregel en afwijzing vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke ISD-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die is bijgestaan door mr. A.R. Maarsingh. De officier van justitie, mr. S.T.C. van der Werf, heeft gevorderd dat de verdachte voor twee jaar in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) wordt geplaatst, en heeft tevens de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel afgewezen. De verdachte is beschuldigd van verduistering en diefstal, waarbij hij op 11 november 2007 geld heeft weggenomen uit een betaalautomaat door gebruik te maken van een valse sleutel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig is aan de overige tenlastegelegde feiten en heeft hem daarvan vrijgesproken.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de langdurige verslavingsproblematiek van de verdachte, die sinds de jaren '80 veelvuldig is veroordeeld voor vermogensmisdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de eerder opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel en dat er geen structurele verbetering in zijn situatie is opgetreden. Gezien de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte, heeft de rechtbank besloten om de ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaar op te leggen. De rechtbank heeft ook bepaald dat er een tussentijdse beoordeling zal plaatsvinden na negen maanden.
De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel afgewezen, omdat de nieuwe feiten ook een ISD-maatregel rechtvaardigen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de maatschappij en de verdachte zelf, en om de kans op recidive te verkleinen.