ECLI:NL:RBZLY:2008:BE9439
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. Bosch
- Ch.A.M. Heeregrave
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte na onvoldoende bewijs en gebrekkige confrontatie
In de zaak tegen de verdachte, geboren in [geboortejaar] en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 augustus 2008 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het steken van [naam benadeelde partij]. Tijdens de zitting op 5 augustus 2008 was de verdachte niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door mr. V. Wolting, die verklaarde daartoe gemachtigd te zijn. De officier van justitie, mr. J.P. Scheffer, eiste een gevangenisstraf van drie jaar en de toewijzing van een schadevergoeding van € 5.392,50 aan de benadeelde partij.
De rechtbank overwoog dat de getuigenverklaringen over de gebeurtenissen rond de tenlastelegging uiteenliepen. Hoewel meerdere getuigen de verdachte hadden aangewezen na een eenpersoonsconfrontatie, waren er significante verschillen in de beschrijvingen van de dader. De rechtbank concludeerde dat een Oslo-confrontatie, waarbij meerdere getuigen tegelijkertijd de verdachte zouden kunnen aanwijzen, meer op zijn plaats zou zijn geweest. De rechtbank oordeelde dat de bezwaren tegen een eenpersoonsconfrontatie bekend zijn en dat de aanwijzingen van de getuigen niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.
Bovendien wees het DNA-onderzoek niet in de richting van de verdachte, maar eerder naar een andere mogelijke dader. Gezien deze omstandigheden oordeelde de rechtbank dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, en de vordering van de benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.