ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6540

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
1 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/630176-08
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in drugszaken wegens onvoldoende bewijs van wetenschap van aanwezigheid van cocaïne

In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Strafrecht, is op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 07/630176-08. De officier van justitie, mr. H.C.C. Berendsen, had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van cocaïne, maar de politierechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de wetenschap of het vermoeden van de verdachte over de aanwezigheid van de drugs in zijn auto vast te stellen. Het enkele aantreffen van cocaïne in het dashboardkastje was niet voldoende om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten van zijn bijrijder. De politierechter sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De zitting vond plaats op 17 juni 2008, waarbij de verdachte werd bijgestaan door advocaat R.W. van Faassen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier H. Kamp.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Politierechter
Parketnr. : 07/630176-08
Uitspraak: 1 juli 2008
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[naam]
geboren op [geboortedatum]
wonende te [adres]
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 juni 2008. De verdachte is verschenen, bijgestaan door R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle.
De officier van justitie, mr. H.C.C. Berendsen, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte tot:
- een werkstraf van 150 uur subsidiair 75 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging)
BEWIJS
Naar het oordeel van de politierechter is op grond van de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen onvoldoende komen vast te staan dat de verdachte op enigerlei wijze wetenschap had dan wel een vermoeden kon hebben van de aanwezigheid van cocaïne in zijn auto. Het loutere aantreffen van de cocaïne in het dashboardkastje van de auto van verdachte is naar het oordeel van de politierechter onvoldoende nu niet is komen vast te staan in hoeverre verdachte op de hoogte is geweest van de activiteiten van diens bijrijder.
De verdachte dient derhalve van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de politierechter dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
BESLISSING
Het ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Aldus gewezen door mr. G.A. Versteeg, politierechter, in tegenwoordigheid van H. Kamp als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2008.