ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6540
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in drugszaken wegens onvoldoende bewijs van wetenschap van aanwezigheid van cocaïne
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Strafrecht, is op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 07/630176-08. De officier van justitie, mr. H.C.C. Berendsen, had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van cocaïne, maar de politierechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de wetenschap of het vermoeden van de verdachte over de aanwezigheid van de drugs in zijn auto vast te stellen. Het enkele aantreffen van cocaïne in het dashboardkastje was niet voldoende om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten van zijn bijrijder. De politierechter sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De zitting vond plaats op 17 juni 2008, waarbij de verdachte werd bijgestaan door advocaat R.W. van Faassen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier H. Kamp.