ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6189
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Ch.A.M. Heeregrave
- I.F. Clement
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van uitbuiting en prostitutie door loverboy-praktijken
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die ten laste was gelegd dat hij [naam] had geworven, vervoerd of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting, vond de terechtzitting plaats op 29 mei 2008. De verdachte werd bijgestaan door mr. S.F.M. Oomen, terwijl de officier van justitie, mw. mr. A.J. de Loor, een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, eiste. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging en dat vrijspraak gerechtvaardigd was.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte met het oogmerk van uitbuiting had gehandeld. De verklaring van [naam] gaf aan dat zij zelf had besloten om in de prostitutie te gaan werken om haar schulden te betalen. Hoewel de verdachte en zijn medeverdachten haar hadden ondersteund bij het zoeken naar werk en haar financieel hadden geholpen, was er geen sprake van een ongelijkwaardige machtsverhouding of dwang, zoals kenmerkend voor loverboy-praktijken. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte [naam] tegen haar wil in de prostitutie had laten werken.
Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen achtte. De uitspraak vond plaats op 12 juni 2008, waarbij de rechters mr. Ch.A.M. Heeregrave, mrs. I.F. Clement en A.J. Louter aanwezig waren, met mr. J. Zeilstra als griffier.