ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6186
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Ch.A.M. Heeregrave
- I.F. Clement
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in mensenhandelzaak wegens onvoldoende bewijs van uitbuiting
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel, vond de terechtzitting plaats op 29 mei 2008. De verdachte, bijgestaan door mr. A.C. Huisman, werd geconfronteerd met een eis van de officier van justitie, mw. mr. A.J. de Loor, die een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, vorderde. De tenlastelegging werd door de verdediging betwist, met het argument dat deze nietig was omdat de omschrijving van de feitelijke gedragingen onvoldoende duidelijk was en geen mensenhandel opleverde. De rechtbank verwierp deze verweren en oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk en duidelijk was, en dat er voldoende samenhang was tussen de delictsomschrijving en de feitelijke gedragingen van de verdachte.
Wat betreft het bewijs oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte met het oogmerk van uitbuiting had gehandeld. De verklaring van het slachtoffer, [naam], gaf aan dat zij zelf had besloten om in de prostitutie te gaan werken om haar schulden te betalen. De ondersteuning die de verdachte en zijn medeverdachten boden, zoals het helpen zoeken naar een werkruimte en het financieren van lingerie, was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van uitbuiting of een ongelijkwaardige machtsverhouding. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen en sprak de verdachte vrij van de tenlasteleggingen.
De uitspraak vond plaats op 12 juni 2008, waarbij de rechtbank oordeelde dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen was, en de verdachte werd vrijgesproken.