ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6163
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Ch.A.M. Heeregrave
- I.F. Clement
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van uitbuiting en prostitutie door loverboy-praktijken
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die werd beschuldigd van uitbuiting en betrokkenheid bij prostitutie, vond de terechtzitting plaats op 29 mei 2008. De verdachte, bijgestaan door mr. R.W. van Faassen, werd geconfronteerd met de eis van de officier van justitie, mw. mr. A.J. de Loor, die een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, eiste. De tenlastelegging betrof het werven, vervoeren of huisvesten van een persoon met het oogmerk van uitbuiting, wat volgens de officier bewezen zou zijn.
De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte met het oogmerk van uitbuiting had gehandeld. De rechtbank stelde vast dat de betrokken persoon, [naam], zelf had besloten om in de prostitutie te gaan werken om haar schulden te betalen. De ondersteuning die de verdachte en zijn medeverdachten boden, zoals het helpen zoeken naar een werkruimte en het financieren van lingerie, was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van uitbuiting of dwang.
De rechtbank concludeerde dat er geen ongelijkwaardige machtsverhouding of dwang aanwezig was, zoals kenmerkend is voor loverboy-praktijken. Aangezien de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was bevonden aan de tenlastelegging, werd hij vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door mr. Ch.A.M. Heeregrave, voorzitter, en mrs. I.F. Clement en A.J. Louter, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. J. Zeilstra op 12 juni 2008.