ECLI:NL:RBZLY:2008:BD5502
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over huurovereenkomst en bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 28 mei 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Slaapboulevard Vastgoed B.V. en een gedaagde, die een deel van de bedrijfsruimte huurde. De eiseres, Slaapboulevard, vorderde ontruiming van de gehuurde ruimte, omdat zij stelde dat de huurovereenkomst tijdig was opgezegd en de gedaagde zonder recht of titel gebruik maakte van de ruimte. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de huurovereenkomst nog steeds van kracht was, omdat hij de ruimte gebruikte voor de verkoop van goederen aan particulieren, wat volgens hem onder de bescherming van artikel 7:290 BW viel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijk is dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd, omdat de opzeggingsbrief niet de benodigde gronden vermeldde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde recht had op het gebruik van de gehuurde ruimte, omdat deze bestemd was voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van Slaapboulevard moesten worden afgewezen, omdat de huurovereenkomst niet was geëindigd en de gedaagde dus recht had op het gebruik van de ruimte.
Daarnaast werd Slaapboulevard veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot dat moment waren begroot op EUR 1.158,00. Dit vonnis benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het beëindigen van huurovereenkomsten en de bescherming van huurders onder de relevante wetgeving.