ECLI:NL:RBZLY:2008:BD5419

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
24 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
375391
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidsovereenkomst en beëindiging: geschil tussen werknemer en werkgever over rechtsgeldigheid en voorwaarden

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter C.H. de Haan van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 juni 2008, stond de rechtsgeldigheid van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst centraal. De werkneemster, aangeduid als [werkneemster], had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij Rework B.V. en vorderde onder andere achterstallig salaris en schadevergoeding. De werkgever, Rework B.V., stelde dat de arbeidsovereenkomst op 27 mei 2007 rechtsgeldig was geëindigd, terwijl [werkneemster] betoogde dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was ontstaan.

De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet op de door Rework gestelde datum was geëindigd. De rechter concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat [werkneemster] op basis van eerdere toezeggingen recht had op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De rechter wees de vorderingen van Rework in reconventie af en oordeelde dat [werkneemster] recht had op betaling van het achterstallige salaris, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Tevens werd vastgesteld dat de mededeling van Rework aan de belastingdienst over het privégebruik van de leaseauto onrechtmatig was en diende te worden gerectificeerd.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en communicatie tussen werkgever en werknemer, vooral bij de beëindiging van arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter veroordeelde Rework in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
Zaaknr. : 375391 CV EXPL 07-5267
Datum : 24 juni 2008
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REWORK B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
verder te noemen Rework,
gemachtigde mr. H.L. Duijm,
tegen
[WERKNEEMSTER],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
verder te noemen [werkneemster],
gemachtigde mr. S.M. van de Weijer.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie
- het tussenvonnis van 27 november 2007
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 13 februari 2008
- de brieven namens Rework d.d. 29 januari, 7 februari, 10 maart 2008
- de brieven namens [werkneemster] van 6 februari, 5, 10 en 11 maart en 20 mei 2008.
- de overgelegde en toegezonden producties.
Het geschil in conventie
Rework vordert, zakelijk weergegeven, de verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 27 mei 2007 rechtsgeldig is geëindigd en de veroordeling van [werkneemster] aan haar te betalen € 9.757,82 zijnde het totaalbedrag dat Rework ingevolge het kortgedingvon-nis van 14 augustus 2007 aan [werkneemster] heeft voldaan en € 11.058,12 zijnde het bedrag dat Rework ingevolge de beschikking van 7 augustus 2007 aan [werkneemster] heeft voldaan, met veroordeling van [werkneemster] in de proceskosten.
[werkneemster] heeft de vorderingen bestreden en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Rework, althans afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van Rework in de proceskosten.
Het geschil in reconventie
[werkneemster] vordert, zakelijk weergegeven, de veroordeling van Rework tot betaling aan haar van € 1.489,79 netto achterstallig salaris vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50%, € 272,00 incassokosten en € 10,53 rente, de verklaring voor recht dat de door Rework gedane mededeling aan de belastingsdienst inzake het gebruik van de leaseauto onrechtmatig is en de rectificatie van die mededeling, versterkt met een dwangsom, de veroordeling van Rework tot vergoeding van geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, en tot slot de veroordeling van Rework in de proceskosten.
1. De vaststaande feiten
1.1
Het volgende staat, voor zover thans van belang, vast.
[werkneemster] is op 1 maart 2006 bij Rework in loondienst getreden en wel in de functie van projectleider. Deze arbeidsovereenkomst is voor bepaalde tijd, te weten tot 28 februari 2007, aangegaan. Bij de totstandkoming van deze arbeidsovereenkomst heeft Rework (in elk geval) toegezegd dat haar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou worden aangeboden in-dien het functioneren van [werkneemster] positief zou worden beoordeeld.
1.2
Artikel 1 van het arbeidscontract luidt als volgt:
“Deze arbeidsovereenkomst heeft als ingangsdatum 1 maart 2006.
De arbeidsovereenkomst is voor bepaalde tijd en wel tot 28 februari 2007. Op deze ar-beidsovereenkomst is een proeftijd van een maand van toepassing.”
Artikel 19 luidt als volgt:
“De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege door het verloop van de tijd waar-voor zij is aangegaan.
De arbeidsovereenkomst kan tussentijds conform het vereiste van artikel 7:677 lid 3 BW door een van beide partijen worden opgezegd. Opzegging dient schriftelijk te ge-schieden tegen het eind van de kalendermaand. Zowel de werkgever als de werknemer nemen een opzegtermijn van een maand in acht.”
1.3
Op 14 december 2006 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [werkneemster] en haar leiding-gevende, mevrouw [K]. Op het in verband met dit gesprek ingevulde “Performance formulier Rework Reïntegratie & Outplacement” staat onder meer:
“Eindoordeel manager operations: voldoende ruim voldoende, goed, uitstekend
Goed
Salarisvoorstel: Bij aanname is afgesproken dat na het jaarcontract een contract voor onbepaalde tijd wordt aangeboden en bij een positieve beoordeling zou er ook een sa-larisverhoging plaatsvinden. Aangezien [werknemer] goed functioneert is het voorstel haar salaris te verhogen naar € 3606,-. Daarnaast zou een promotie tot regiomanager ook op zijn plaats zijn. [werkneemster] zit nog niet volledig op het nivo (opdrachtver-werving), maar na een half jaar wel. Door de functie voorwaardelijk te maken voor de duur van een half jaar, zal zij geprikkeld worden om dit niveau te behalen.
Contract: onbepaalde tijd.”
1.4
Op 27 februari 2007 heeft een gesprek tussen de heer [B], directeur van Rework, en [werkneem-ster] plaatsgevonden tijdens welk gesprek door hem te kennen is gegeven dat Rework over het functioneren van [werkneemster] niet tevreden was en dat haar om die reden geen overeen-komst voor onbepaalde tijd zou worden aangeboden.
1.5
Op 28 februari 2007 heeft mevrouw [J], werkzaam op de afdeling personeelszaken van Rework, aan [werkneemster] het volgende gemaild:
“Gisteren heb je tijdens de afspraak met Hans een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangeboden gekregen, voor een periode van 3 maanden. Je hebt met hem afgesproken dat je hierop vandaag zou reageren. Tot op heden heb je hierop nog niet gereageerd. Dit betekent dat als wij vandaag niet van je vernemen dat je hiermee ak-koord gaat, er vanaf morgen geen sprake meer is van een dienstverband, aangezien jouw huidige arbeidsovereenkomst vandaag van rechtswege afloopt.”
1.6
[werkneemster] heeft daarop dezelfde dag door middel van de volgende e-mail gereageerd:
“Ik voel me overvallen en onder druk gezet. Mijn werkdag zit er zo op. Morgen heb ik overleg met mijn adviseur en kom ik er op terug.”
1.7
Op 1 maart 2007 heeft [B] het volgende emailbericht aan de medewerkers van Rework verzon-den:
“ Bij deze wil ik jullie informeren dat [werkneemster] [werkneemster] niet op mijn aanbod van een nieuwe arbeidsovereenkomst met bepaalde tijd is ingegaan en dat der-halve haar arbeidsovereenkomst van rechtswege gisteren is afgelopen.(…)
1.8
Op 28 februari 2007 en op 1 maart 2007 heeft [werkneemster] werkzaamheden voor Rework verricht. Op 1 maart is zij in de loop van de ochtend op non-actief gesteld.
1.9
Bij brief van 1 maart 2007 heeft de gemachtigde van [werkneemster] aan Rework bericht het aanbod de arbeidsovereenkomst met een periode van drie maanden te verlengen, niet te aan-vaarden omdat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand was gekomen.
1.1
Daarna hebben tussen partijen door tussenkomst van hun gemachtigden onderhandelingen plaatsgevonden die echter niet tot een oplossing van het conflict hebben geleid.
1.11
[B] heeft [werkneemster] op 7 maart 2007 het volgende gemaild:
“Vandaag wordt er nog een brief naar je advocaat verzonden waarin wij aangeven niet akkoord te gaan met je voorstel. Ik roep je dan ook bij deze op om je werkzaamheden te hervatten. Hiervoor nodig ik je uit om morgen om 14.30 bij mij op kantoor om je werk-zaamheden door te spreken.”
1.12
Op deze dag heeft [B] aan het personeel van Rework het volgende bericht:
“De laatste twee weken van februari heb ik meerdere gesprekken gevoerd met [werkneemster]. De uitkomst hiervan was dat ik haar een nieuwe tijdelijke arbeids-overeenkomst van 3 maanden heb aangeboden. Door een fout in de huidige arbeids-overeenkomst, deze liep 1 dag eerder af, en de handigheid van [werkneemster] is er nu sprake van een nieuwe arbeidsovereenkomst. Een poging om hier een oplossing voor te vinden is mislukt. Vanaf morgen zal [werkneemster] dan ook weer voor ons werkzaam zijn en zal ik de werkzaamheden die ze uit gaat voeren met haar bespreken. (…)”
1.13
Op 8 maart 2007 heeft [werkneemster] haar werkzaamheden hervat.
1.14
Op 24 mei 2007 heeft Rework aan [werkneemster] schriftelijk meegedeeld dat de arbeidsover-eenkomst voor drie maanden niet zal worden verlengd en met ingang van 27 mei 2007 zal ein-digen.
1.15
[werkneemster] heeft bij brief van 28 mei 2007 wegens het ontbreken van een ontslagvergun-ning de vernietiging van de opzegging ingeroepen, zich bereid verklaard haar werkzaamheden voor Rework te verrichten en aanspraak gemaakt op doorbetaling van het salaris.
1.16
Bij beschikking van 7 augustus 2007 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen, indien en voor zover die nog zou blijken te bestaan, met ingang van 1 september 2007 ontbonden, onder toe-kenning van een vergoeding aan [werkneemster] van € 11.058,12 bruto.
1.17
Bij vonnis in kort geding van 14 augustus 2007 (hersteld op 25 oktober en op 20 december 2007) is Rework veroordeeld tot betaling aan [werkneemster] van --kort gezegd-- het achterstal-lige salaris over de periode tot en met juli 2007.
1.18
Bij arrest van 13 mei 2008 is het hoger beroep van Rework tegen het eerdergenoemd vonnis in kort geding afgewezen.
1.19
Op het aan [werkneemster] betaalde salaris is door Rework een bedrag van € 1.489,79 ingehou-den.
2. Het standpunt van Rework
2.1
Rework heeft, voor zover thans van belang en kort samengevat, het volgende gesteld.
Op 27 februari 2007 is [werkneemster] aangeboden de arbeidsovereenkomst met drie maanden te verlengen en met haar afgesproken dat zij de dag erna, op 28 februari, op dit aanbod zou rea-geren, hetgeen [werkneemster] niet heeft gedaan. Tussen partijen is op grond van dit aanbod noch een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan noch is de bestaande arbeidsover-eenkomst zonder tegenspraak als bedoeld in artikel 7:668 BW met een(zelfde) periode van 12 maanden verlengd.
2.2
[werkneemster] heeft bedoeld aanbod van Rework stilzwijgend geaccepteerd door op 28 februa-ri en op 1 maart 2007 haar werkzaamheden voort te zetten. Na 27 mei 2007 bestaat tussen par-tijen geen arbeidsovereenkomst meer.
2.3
Uitsluitend de heer [B] is bevoegd arbeidsovereenkomsten aan te gaan, welke exclusieve be-voegdheid bij de medewerkers van Rework algemeen bekend is. Mevrouw [K] heeft op 14 de-cember 2006 geen definitieve toezegging omtrent een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan [werkneemster] gedaan, noch is sprake van aanvaarding door [werkneemster] van een daartoe strekkend aanbod.
2.4
De bezwaren tegen de kilometerregistratie van [werkneemster] zijn ingetrokken.
3. Het standpunt van [werkneemster]
3.1
[werkneemster] heeft, voor zover thans van belang en kort samengevat, het volgende gesteld.
De gesprekken die hebben geleid tot de arbeidsovereenkomst per 1 maart 2006 zijn door [K] met [werkneemster] gevoerd. Tijdens het gesprek met haar op 14 december 2006 is gezegd dat de eerdere toezegging, te weten verlenging van het contract voor onbepaalde tijd, gestand zal worden gedaan, zodat per 28 februari 2007 de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is verlengd. De mededeling van [B] op 27 februari 2007, te weten geen verlenging óf een verlen-ging met drie maanden is hiermee in strijd en tardief.
3.2
Uit het feit dat [B] [werkneemster] op 7 maart 2007 zonder verdere mededelingen te doen heeft opgeroepen haar werkzaamheden te hervatten, wetend dat [werkneemster] het aanbod de ar-beidsovereenkomst met een periode van drie maanden te verlengen had afgewezen, volgt, dat Rework haar eerdere wens de arbeidsovereenkomst met drie maanden te verlengen heeft prijs-gegeven en is tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand gekomen. Indien geen bepaalde tijd is overeengekomen, dan geldt de arbeidsovereenkomst voor onbe-paalde tijd.
3.3
Rework stelt ten onrechte dat de kilometerdeclaraties van [werkneemster] niet kloppen en zij heeft ten onrechte € 1.489,79 netto op het salaris van [werkneemster] ingehouden. Ook heeft Rework ten onrechte de fiscus bericht dat [werkneemster] meer dan het toegestane aantal privé kilometers met de leaseauto heeft gereden. Die mededeling aan de fiscus kan tot een naheffings-aanslag en een boete leiden.
3.4
Op 24 mei 2007 heeft Rework de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van een opzegter-mijn en zonder toestemming van de CWI opgezegd. [werkneemster] heeft de vernietiging van de opzegging ingeroepen en zich beschikbaar gesteld haar werkzaamheden voort te zetten. [werkneemster] heeft dus recht op salaris.
4. De beoordeling
4.1
Partijen verschillen met name van mening over de vraag of tussen partijen tijdens het gesprek op 14 december 2006 krachtens wilsovereenstemming ingaande 28 februari 2007 een arbeids-overeenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen. Rework beantwoordt die vraag ont-kennend, [werkneemster] bevestigend.
4.2
De kantonrechter gaat hierna veronderstellenderwijze uit van de juistheid van het standpunt van Rework, dat wil zeggen dat tussen partijen op 14 december 2007 geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten. Dit betekent, gelet op de artikelen 1 en 19 van het arbeidscon-tract, dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 28 februari 2007 in beginsel van rechtswege is beëindigd.
4.3
Blijkens hun wederzijdse standpunten bestaat tussen partijen (inmiddels) overeenstemming dat de in het arbeidscontract (artikel 1) gehanteerde terminologie “tot 28 februari 2007” betekent dat de arbeidsovereenkomst met ingang van die datum eindigde en niet ingaande 1 maart 2007. De kantonrechter zal die uitleg (uiteraard) volgen.
4.4
Vaststaat dat [B] [werkneemster] op 27 februari 2007 voor de volgende keuze heeft gesteld: óf een (verlenging van de) arbeidsovereenkomst met een periode van drie maanden óf geen (ver-lengde) arbeidsovereenkomst. Gegeven deze uitdrukkelijk kenbaar gemaakte keuzemogelijk-heid kan van een stilzwijgende voortzetting van de arbeidsovereenkomst met ingang van 28 februari als bedoeld in artikel 7: 668 BW (“zonder tegenspraak”) geen sprake zijn, nog afgezien van de vraag of het verrichten van werkzaamheden op 28 februari en op 1 maart (gedurende enkele uren) in redelijkheid wel als een voortzetting van de arbeidsovereenkomst kan worden beschouwd, mede gelet op de omstandigheid dat [werkneemster] haar werkzaamheden geregeld vanuit haar woning verrichtte --de standplaats van [werkneemster] was Kampen en niet Eindho-ven, aldus artikel 2 van haar arbeidscontract-- en gesteld noch gebleken is dat [werkneemster] op 28 februari en op 1 maart in het bedrijfspand haar werkzaamheden heeft verricht. Hoe dit ook zij, weliswaar heeft [werkneemster] zowel op 28 februari als op 1 maart 2007 werkzaamhe-den verricht, maar dat was niet zonder tegenspraak van de kant van Rework. In HR 19 oktober 2007, JAR 2007/284 is uitgemaakt dat het er om gaat of de werknemer op grond van de gedra-gingen van de werkgever heeft mogen aannemen dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de tijd waarvoor deze was aangegaan stilzwijgend werd voortgezet. De gedraging van Rework, te weten haar aanbod van 27 februari 2007, wijst juist in een tegenovergestelde richting.
Dit betekent dat artikel 7:668 BW toepassing mist.
4.5
[werkneemster] heeft het aanbod de arbeidsovereenkomst met een periode van drie maanden te verlengen, uitdrukkelijk niet aanvaard. In de namens [werkneemster] aan Rework verzonden brief van 1 maart 2007 heeft [werkneemster] het daartoe strekkend aanbod van Rework immers verworpen, omdat [werkneemster] van oordeel is dat tussen partijen reeds een arbeidsovereen-komst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen. Tussen partijen bestond dus geen, krachtens een uitdrukkelijk aanvaard aanbod, wilovereenstemming met betrekking tot de bepaalde tijd van drie maanden.
4.6
De stelling van Rework dat [werkneemster] bedoeld aanbod van [B] stilzwijgend heeft geaccep-teerd omdat [werkneemster] op 28 februari aan het werk is gegaan, wordt verworpen. Rework was immers, zoals duidelijk blijkt uit het emailbericht van [J] van 28 februari (r.o. 1.5), aanvan-kelijk van mening dat 28 februari de laatste dag van het dienstverband was. Rework kan daarom niet in de veronderstelling hebben verkeerd dat [werkneemster] het aanbod stilzwijgend had aanvaard. Voorts: per email heeft [werkneemster] op 28 februari 2007 aan [J] bericht dat zij zich ‘overvallen en onder druk gezet’ voelde en dat zij, na overleg met haar adviseur op 1 maart, erop terug zou komen.
4.7
Nadien, per email van 7 maart 2007, heeft Rework [werkneemster] opgeroepen op 8 maart op het kantoor van Rework te komen om haar werkzaamheden te bespreken. Die oproep was geba-seerd op de aanname van Rework dat “Door een fout in de huidige arbeidsovereenkomst, deze liep 1 dag eerder af, en de handigheid van [werkneemster] [werkneemster] (…) er nu sprake (is) van een nieuwe arbeidsovereenkomst”, aldus het emailbericht van [B] aan de personeelsle-den van Rework van 7 maart 2007.
4.8
De vraag rijst wat rechtens is nu Rework slechts bereid was een arbeidsovereenkomst voor een periode van drie maanden aan te gaan, [werkneemster] het dienovereenkomstige aanbod niet heeft aanvaard en Rework [werkneemster] nadien heeft opgeroepen haar werkzaamheden te hervatten, aan welke oproep [werkneemster] gehoor heeft gegeven.
4.9
Ook op grond van gedragingen van partijen kan hun toetreding tot een overeenkomst worden aangenomen. Op grond van de gedragingen van Rework (de oproep van 7 maart daags erna op kantoor te komen waarna [werkneemster] weer aan het werk is gegaan) en van [werkneemster] (het gevolg geven aan deze oproep) mag worden geconcludeerd, nu overigens is voldaan aan de vereisten van artikel 7:610 BW, dat zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan. Daarmee is echter nog niet de vraag opgelost op het een overeenkomst voor bepaalde tijd (standpunt Re-work) of voor onbepaalde tijd (standpunt [werkneemster]) betrof. Op dat punt valt noch uit de verklaringen van partijen noch uit hun gedragingen wilsovereenstemming af te leiden. Immers, heeft Rework door [werkneemster] op te roepen zich alsnog neergelegd bij het standpunt van [werkneemster] dat (reeds op 14 december 2006) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was aangegaan, óf heeft [werkneemster] door aan de oproep van Rework gevolg te geven zich neergelegd bij het standpunt van Rework dat de arbeidsovereenkomst drie maanden zou duren?
4.1
Nu langs de weg van aanbod en aanvaarding geen oplossing van dit vraagstuk kan worden be-reikt, dient de algemene regel te worden toegepast dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaal-de tijd tot stand komt indien partijen zich niet over de duur van die overeenkomst hebben uitge-laten of daarover geen overeenstemming hebben bereikt, maar wel aan de vereisten van artikel 7:610 BW is voldaan. Een arbeidsovereenkomst zonder tijdsbepaling, dus voor onbepaalde tijd, voldoet geheel aan de definitie van dit artikel. Die overeenkomst loopt door, behoudens opzeg-ging. Slechts een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt (in beginsel) van rechtswege, aldus artikel 6:667 lid 1 BW. Een partijafspraak met betrekking tot de bepaalde tijd is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om van rechtswege het einde van de overeenkomst na het ver-strijken van die tijd te kunnen bewerkstelligen. Kort gezegd: een arbeidsovereenkomst waarbij geen tijdsbepaling is overeengekomen, geldt nu eenmaal voor onbepaalde tijd. Aldus (ook) mr. D.J.B. Wolff, De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, Kluwer, Deventer, 1999, blz.174.
4.11
Deze uitkomst brengt met zich dat geen nader onderzoek nodig is naar de inhoud en het resul-taat van het gesprek tussen [K] en [werkneemster] op 14 december 2006. De arbeidsovereen-komst eindigde niet op 27 mei 2007 ook al zou Rework het gelijk aan haar kant hebben voor wat betreft de inhoud en het resultaat van dat gesprek.
4.12
Bij gebreke van toestemming van de CWI ex artikel 6 BBA heeft [werkneemster] met succes bij brief en email van 28 mei 2007 de vernietiging van de opzegging ingeroepen. Nu vaststaat dat zij zich bereid heeft verklaard de werkzaamheden te hervatten, was Rework loon verschuldigd. De arbeidsovereenkomst is pas geëindigd door de ontbinding per 1 september 2007. Dit bete-kent dat de vorderingen van Rework, die alle zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat de over-eenkomst na ommekomst van drie maanden, op 27 mei 2007, van rechtswege is geëindigd, moeten worden afgewezen.
4.13
De tegenvordering van [werkneemster] tot betaling van het ingehouden loonbedrag ad € 1.489,79 netto kan worden toegewezen. Rework heeft ter gelegenheid van de comparitie haar bezwaren tegen de kilometerregistratie van [werkneemster] ingetrokken en verklaard het loon-bedrag alsnog te zullen voldoen.
De kantonrechter ziet geen grond tot matiging van de gevorderde wettelijke verhoging van 50% zodat die zal worden toegewezen.
4.14
De gevorderde verklaring voor recht dat de mededeling van Rework aan de belastingdienst be-treffende het privégebruik van de leaseauto onrechtmatig was, en de vordering tot rectificatie van die mededeling zijn eveneens toewijsbaar, nu Rework de bezwaren tegen de kilometerregi-stratie heeft ingetrokken. Daarbij past dat ook de met die bezwaren verband houdende medede-ling aan de fiscus door Rework wordt rechtgezet. De vordering tot betaling van schadevergoe-ding, op te maken bij staat, zal worden afgewezen omdat [werkneemster] op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat zij, afgezien van de omvang ervan, schade heeft geleden dan wel zal lijden.
4.15
[werkneemster] heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat zij ter zake van de tegenvordering daadwerkelijk buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt, zodat de daarop betrekking hebbende vordering zal worden afgewezen.
4.16
Rework dient zowel in conventie als in reconventie in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissingen
De kantonrechter:
in conventie:
- wijst de vorderingen van Rework af;
- veroordeelt Rework in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [werkneemster] begroot op € 800,00 voor salaris gemachtigde;
in reconventie:
- veroordeelt Rework aan [werkneemster] tegen bewijs van kwijting te betalen € 1.489,79 netto salaris, vermeerderd met 50% wettelijke verhoging (€ 744,90) beide bedragen ver- meerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2007 tot aan de dag van de algehele voldoening en € 10,53 rente berekend over de periode 31 mei 2007 tot 5 oktober 2007;
- verklaart voor recht dat de door Rework aan de belastingdienst gedane mededeling betreffende het privégebruik van de leaseauto door [werkneemster] onrechtmatig is en veroordeelt Rework deze mededeling binnen veertien dagen na de dag van de betekening van dit vonnis te rectificeren en aan [werkneemster] een kopie van die rectificatie te versturen, het een en ander op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag of gedeelte van een dag gedurende welke Rework hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 2.500,00;
- veroordeelt Rework in de proceskosten, aan de kant van [werkneemster] tot op heden begroot op € 300,00 voor salaris gemachtigde;
- verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terecht-zitting van 24 juni 2008, in het bijzijn van de griffier.