ECLI:NL:RBZLY:2008:BD0402
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J.J.M. Essink
- G.H. Meijer
- J.P.C. Obbink
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake verkeersdelict met ernstige gevolgen voor slachtoffers
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 15 april 2008, is de verdachte beschuldigd van een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met artikel 175 van die wet. De tenlastelegging betreft een verkeersdelict dat ernstige lichamelijke gevolgen heeft gehad voor de slachtoffers, waaronder een tweejarig kind dat een operatie moest ondergaan anderhalf jaar na het voorval. De rechtbank heeft op 1 april 2008 de verdachte ter terechtzitting gehoord, waarbij de officier van justitie, mr. B.E.M. van der Ven, een werkstraf van 80 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden heeft geëist, met een proeftijd van twee jaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastegelegde feiten, maar heeft ook geoordeeld dat het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen kon worden. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het delict, de gevolgen voor de slachtoffers, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beroep als akkerbouwer en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming deze taakstraf kan worden omgezet in 40 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van zes maanden de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen ontzegd, met de mogelijkheid dat deze ontzegging niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de verdachte zich binnen de proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. G.J.J.M. Essink en de rechters mrs. G.H. Meijer en J.P.C. Obbink, in aanwezigheid van griffier mr. E.H. Ruitenbeek.