ECLI:NL:RBZLY:2008:BC8828
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot beëindiging permanente bewoning van recreatiewoning ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 28 maart 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser A en verweerder het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij hij werd gesommeerd de permanente bewoning van zijn recreatiewoning te beëindigen. Dit besluit was genomen op basis van een dwangsom van € 1.500,- per week, met een maximum van € 30.000,-, die zou worden opgelegd indien eiser niet aan de eis voldeed. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit was ongegrond verklaard door de Commissie voor de behandeling van bezwaarschriften.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in 1994 gedoogbeleid heeft vastgesteld omtrent permanente bewoning van recreatiewoningen, en dat dit beleid op voldoende wijze bekend is gemaakt aan de betrokken eigenaren en gebruikers. Eiser heeft aangevoerd dat het gedoogbeleid in strijd is met de wet, maar de rechtbank oordeelt dat het beleid niet onredelijk is en dat eiser op de hoogte had moeten zijn van de regels omtrent permanente bewoning. De rechtbank heeft ook overwogen dat de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, waar eiser zich op beroept, niet verplichtte tot wijziging van het bestemmingsplan.
De rechtbank concludeert dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat en dat verweerder terecht handhavend heeft opgetreden. Eiser heeft niet aangetoond dat hij in een bijzondere situatie verkeert die handhaving onredelijk zou maken. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.