ECLI:NL:RBZLY:2008:BC7444
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en de definitie van kleinhandelsbedrijf in het kader van artikel 7:290 BW
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 1 april 2008, stond de vraag centraal of de huurovereenkomst tussen de besloten vennootschap ADVANCE CONCEPTS B.V. (hierna: AC) en de gedaagde partij onder de bepalingen van artikel 7:290 BW viel, dat betrekking heeft op de huur van bedrijfsruimte. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst niet onder de artikelen 7:290 en volgende BW viel, omdat AC geen kleinhandelsbedrijf exploiteerde. De kantonrechter stelde vast dat AC uitsluitend aan zakelijke afnemers leverde en dat er geen voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig was voor rechtstreekse levering van goederen. Dit leidde tot de conclusie dat de huurovereenkomst niet de wettelijke bescherming genoot die artikel 7:290 BW biedt, en dat de looptijd van de huurovereenkomst niet vijf jaren was, zoals door de gedaagde partij werd gesteld.
Daarnaast werd de vraag behandeld of AC na het verlaten van het bedrijfspand op 1 juli 2005 nog huur verschuldigd was aan de gedaagde partij. AC stelde dat het onaanvaardbaar was om huur te betalen na deze datum, gezien de verslechterde verhouding tussen partijen. De kantonrechter oordeelde echter dat de huurovereenkomst in beginsel voor onbepaalde tijd gold en dat een opzegging met inachtneming van een redelijke opzegtermijn noodzakelijk was. De opzegging door AC was niet rechtsgeldig, omdat deze niet aan de vereisten voldeed. De kantonrechter concludeerde dat de huurovereenkomst per 1 januari 2006 eindigde, en dat de vorderingen van AC om de huurovereenkomst te beëindigen of te ontbinden, moesten worden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat beide partijen deels in het gelijk waren gesteld.