ECLI:NL:RBZLY:2008:BC5493
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J.J.M. Essink
- G.H. Meijer
- H.M. Schaak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van voorwaardelijk opzet en alcoholvergiftiging
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, met parketnummer 07.614470-06, heeft de rechtbank op 29 januari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel bij een ander door middel van voorwaardelijk opzet. De officier van justitie, mr. M. Kamper, had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde feiten, en om de verdachte te veroordelen voor het uiterst subsidiair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf van zes weken, geheel voorwaardelijk, en een taakstraf. De rechtbank heeft de verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan het veroorzaken van een alcoholvergiftiging bij het slachtoffer, maar heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet van de verdachte gericht op de dood of zwaar lichamelijk letsel van het slachtoffer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die zelf onder invloed van alcohol verkeerde, geen actieve rol heeft gespeeld in de alcoholconsumptie van het slachtoffer. Er was geen bewijs dat de verdachte sterke drank voor het slachtoffer heeft besteld, hem glazen heeft aangereikt of hem heeft aangemoedigd om te drinken. De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in de Polder Inn, waar het slachtoffer alcohol dronk, niet voldoende was om schuld aan de alcoholvergiftiging aan te nemen. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat de verdachte van het ten laste gelegde diende te worden vrijgesproken.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering, nu de verdachte van het hem ten laste gelegde werd vrijgesproken. De beslissing van de rechtbank werd uitgesproken door mr. G.J.J.M. Essink, voorzitter, en mrs. G.H. Meijer en H.M. Schaak, rechters, in aanwezigheid van griffier E.M. Scheffer.