ECLI:NL:RBZLY:2008:BC4529
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- J.H. Bosch
- G.A. Versteeg
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak na onvoldoende bewijs
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector Strafrecht, is op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een ontuchtzaak tegen een verdachte, die ten laste was gelegd dat hij seksuele handelingen had verricht met aangeefster. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. A.R. Maarsingh, ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat hij zich op het moment van de vermeende handelingen had afgezonderd van de groep. De officier van justitie, mr. S.T.C. van der Werf, eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk.
Tijdens de zitting op 29 januari 2008 werd het bewijs besproken. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangeefster niet voldoende steun vond in andere bewijsmiddelen. De moeder van de aangeefster had verklaard dat een getuige had gehoord dat de verdachte had toegegeven de aangeefster te hebben betast en gezoend, maar deze getuige ontkende dit bij de politie en de rechter-commissaris. De rechtbank vond de emotionele toestand van de aangeefster in de nacht van het voorval niet voldoende om de verklaringen als waarachtig te beschouwen.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Koster als voorzitter, samen met mrs. J.H. Bosch en G.A. Versteeg, in aanwezigheid van griffier mr. M. Nijhuis.