ECLI:NL:RBZLY:2008:BC3548
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- G.M.J. Vijftigschild
- I.F. Clement
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak met meerdere tenlasteleggingen en bewijsproblemen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op 31 januari 2008 werd berecht door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot vijftien maanden gevangenisstraf en de schadevergoedingsmaatregelen toe te wijzen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de informatie die door de opsporingsambtenaren is verzameld, waaronder afgeluisterde telefoongesprekken en camerabeelden, onvoldoende bewijs biedt om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijsvoering niet voldoende is om een verband te leggen tussen de verdachte en de gepleegde misdrijven. De beelden van observatiecamera's en de afgeluisterde gesprekken gaven geen concrete aanknopingspunten die de verdachte direct aan de diefstallen konden koppelen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte op geen enkel moment op de plaats van de misdrijven aanwezig is geweest, en dat de conclusies van de opsporingsambtenaren niet verifieerbaar zijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen, omdat deze partijen niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen nu de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook de vordering tot verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen afgewezen, aangezien de verdachte is vrijgesproken van de feiten.