1.
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast:
a. [eisende partij], thans [X] jaar oud, is op [datum] bij VHD in dienst getreden in de functie van manager sales & marketing tegen een salaris van thans € 6.000,- bruto per maand exclusief emolumenten.
b. VHD heeft [eisende partij] op 8 november 2007 op staande voet ontslagen; [eisende partij] heeft van dat verslag de nietigheid ingeroepen.
c. In het najaar van 2006 heeft [eisende partij], zonder overleg met en zonder de vereiste toestemming van zijn leidinggevende (tevens de algemeen directeur van VHD) VHD verbonden als sponsor van de editie 2007 van de jaarlijkse rally Parijs – Dakar (hierna: het evenement) voor een bedrag van ongeveer € 174.000,- en heeft hij onder relaties van VHD getracht andere sponsors voor het evenement te werven.
d. Op 9 februari 2007 heeft zijn leidinggevende hem bekritiseerd zowel voor de sponsoring toezegging ten laste van VHD als voor het werven onder haar relaties en hem te verstaan gegeven dat één en ander niet voor herhaling vatbaar kan zijn.
e. Op 15 augustus 2007 heeft de leidinggevende van [eisende partij], toen die op kantoor vernam dat [eisende partij] zich bevond ten kantore van de organisatie van het evenement, [eisende partij] opgebeld en om uitleg gevraagd, waarop [eisende partij] hem heeft gerustgesteld met de mededeling dat het een beleefdheidsbezoek betrof en dat van hernieuwde sponsoring geen sprake was.
f. Op 24 oktober 2007 werd de leidinggevende van [eisende partij] opgebeld door een journalist van het dagblad De Telegraaf, die hem feliciteerde met het feit dat VHD de volgende dag op de voorpagina van de sportbijlage zou worden vermeld als sponsor van de editie 2008 van het evenement.
g. Op 31 oktober 2007 heeft de leidinggevende van [eisende partij] hem over deze nieuwe schending van gemaakte afspraken ernstig onderhouden, en heeft [eisende partij] zijn verontschuldigingen aangeboden.
h. Op 1 november 2007 heeft [eisende partij] zijn leidinggevende telefonisch laten weten dat hij twee sponsorcontracten in verband met de editie 2008 van het evenement op naam had gesteld van twee (grote) relaties van VHD en die had voorzien van een gefingeerde handtekening namens die relaties en aan de organisatie van het evenement had gezonden.
i. Op 2 november 2007 hebben [eisende partij] en zijn leidinggevende over dat telefoongesprek uitvoerig persoonlijk met elkaar gesproken.
j. In het weekeinde van 3 en 4 november 2007 heeft [eisende partij], in bijzijn van zijn leidinggevende, zijn werkzaamheden overgedragen aan een collega.
k. Op maandag 5 november 2007 heeft [eisende partij] zich ziek gemeld.
l. Op donderdag 8 november 2007 heeft de leidinggevende van [eisende partij] hem tijdens een bezoek bij [eisende partij] thuis ontslag op staande voet aangezegd wegens de hiervoor onder c tot en met h geconstateerde vormen van plichtsverzuim c.q. malversaties, welk ontslag vervolgens bij brief van 9 november 2007 is bevestigd.
m. De twee relaties van VHD, ten name van wie [eisende partij] heeft toegegeven sponsorcontracten te hebben vervalst en die ook daadwerkelijk voor grote bedragen facturen van de rally organisatie hebben ontvangen, hebben aangifte tegen hem gedaan bij Justitie.