ECLI:NL:RBZLY:2007:BB8861
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en de gevolgen van overtreding van een verbod op fietsenreparatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 september 2007 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de vereniging Windesheim tegen haar werknemer, [werknemer]. Windesheim verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een dringende reden, namelijk de vermeende overtreding van een in 2004 opgelegd verbod aan [werknemer] om fietsen te repareren en te verhandelen, met uitzondering van noodgevallen. De zaak werd behandeld op 12 september 2007, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [werknemer] was in dienst bij Windesheim als conciërge en had in 2004 een verbod gekregen om fietsen te repareren, behalve in noodgevallen. In juni 2007 werd [werknemer] geschorst na een politieonderzoek naar de verkoop van een gestolen fiets door een conciërge. Windesheim stelde dat [werknemer] op grote schaal fietsen had gerepareerd en verhandeld, wat leidde tot het verlies van vertrouwen in hem. [werknemer] ontkende echter de beschuldigingen en stelde dat hij slechts in noodgevallen handelde.
De kantonrechter oordeelde dat het verbod op fietsenreparatie niet duidelijk gedefinieerd was, waardoor het niet aannemelijk was dat [werknemer] opzettelijk het verbod had overtreden. De rechter concludeerde dat de enkele overtreding van het verbod niet voldoende was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, vooral gezien het feit dat [werknemer] al elf jaar in dienst was en altijd naar tevredenheid had gefunctioneerd. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding af en compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.