ECLI:NL:RBZLY:2007:BB6861
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.N. Dobben-Bartels
- Rechtspraak.nl
Mondelinge koopovereenkomst en de gevolgen van het ontbreken van schriftelijkheid
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, stond de vraag centraal of de verkoper van onroerend goed gebonden was aan een mondelinge koopovereenkomst. De eisers, [eiser] en [eiseres], hadden in het voorjaar van 2006 contact opgenomen met de gedaagde, met de vraag of zijn woning te koop was. Na diverse gesprekken bereikten partijen op 12 mei 2006 overeenstemming over de verkoopprijs van EUR 485.000,00 en de datum van overdracht, met een financieringsvoorbehoud. Op 24 augustus 2006 claimden de eisers dat er een mondelinge overeenkomst tot stand was gekomen, waar de gedaagde zich aan diende te houden. De gedaagde daarentegen ontkende dat er een mondelinge overeenkomst was en stelde dat hij geen koopovereenkomst wilde sluiten zonder tussenkomst van een notaris, ter bescherming van zijn belangen gezien zijn leeftijd van 75 jaar.
De rechtbank oordeelde dat, zelfs als er mondelinge overeenstemming was bereikt, de gedaagde gerechtigd was om zich terug te trekken totdat aan de voorwaarde van ondertekening bij de notaris was voldaan. De rechtbank benadrukte dat het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:2 BW niet alleen in het belang van de koper is, maar ook ter bescherming van de verkoper en derden. De eisers hadden niet gerechtvaardigd kunnen vertrouwen op de totstandkoming van de koopovereenkomst, gezien de omstandigheden en de afspraken die waren gemaakt. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagde, die op EUR 1.708,00 werden begroot.