ECLI:NL:RBZLY:2007:BB1522
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- C. Kleinrensink
- G. Eelsing
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
In de zaak met parketnummer 07/400041-07 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 augustus 2007 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken van het voorbereidend onderzoek en de vordering van de officier van justitie, die eiste dat de verdachte, [naam verdachte], zou worden veroordeeld tot betaling aan de Staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel van € 8.500,-. Dit voordeel was gebaseerd op de feiten waarvoor de verdachte eerder was veroordeeld, waaronder afpersing. Tijdens de zittingen op 3 mei en 26 juli 2007 is de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.W. van Faassen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft genoten, maar schat dit voordeel op € 5.000,-. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de benadeelde partij, [naam benadeelde partij], zich in de strafzaak heeft gesteld en dat zijn vordering tot schadevergoeding is toegewezen tot een bedrag van € 5.000,-. Gezien deze toewijzing heeft de rechtbank besloten dat er geen ruimte meer is voor de ontnemingsvordering van de officier van justitie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. C.A.M. Heeregrave en de rechters mrs. C. Kleinrensink en G. Eelsing, in aanwezigheid van griffier mr. J.C.W. Emmen. Het vonnis is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 9 augustus 2007.