ECLI:NL:RBZLY:2007:BA9193
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake afsluiting Hollandse Brug voor vrachtverkeer
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 10 juli 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door verschillende verenigingen, waaronder de Vereniging Bedrijfskring Almere en de Vereniging VNO-NCW Midden, tegen het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat om de Hollandse Brug af te sluiten voor vrachtverkeer. De sluiting was bedoeld als voorzorgsmaatregel voor de veiligheid op de weg en zou van kracht zijn van 27 april 2007 tot en met 30 juni 2008.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het besluit afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. De verzoeksters stelden dat de afsluiting hen financieel zou schaden, omdat chauffeurs tot 50 km moesten omrijden, wat leidde tot extra kosten en het risico dat klanten andere leveranciers zouden zoeken. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat een financieel belang op zichzelf niet voldoende was om een voorlopige voorziening te rechtvaardigen. Er was geen actuele noodsituatie of dreiging van faillissement van de leden van de verzoeksters.
De voorzieningenrechter wees ook op de mogelijkheid voor de verzoeksters om een beroep te doen op de Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999, waaruit bleek dat er mogelijkheden waren voor financiële compensatie. Gezien deze overwegingen werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier Y. van der Zaan-van Arnhem.