ECLI:NL:RBZLY:2007:BA8972
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Blomsma
- C. Kleinrensink
- F.H. Schormans
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige dochters
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 28 juni 2007, werd een man beschuldigd van ontuchtige handelingen met zijn dochter en haar vriendin, beide minderjarig. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. A.R. Maarsingh, werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er te veel twijfel bestond over de verklaringen van de aangeefsters. De verklaringen waren op belangrijke onderdelen tegenstrijdig en onwaarschijnlijk, wat de geloofwaardigheid van de beschuldigingen ondermijnde. De rechtbank merkte op dat slachtoffers van dergelijke delicten vaak getraumatiseerd zijn, maar in dit geval was er geen bewijs van afwijkend gedrag bij de aangeefster na het vermeende voorval. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefsters onvoldoende steun boden voor de beschuldigingen, waardoor de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de feiten had gepleegd. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, maar de rechtbank volgde deze eis niet.