ECLI:NL:RBZLY:2007:BA8536
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen herziening bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr.drs. M.P.J. Appelman, en het college van burgemeester en wethouders van Lelystad. De kern van het geschil betreft de vraag of het bezwaar van eiseres tegen een besluit van 30 november 2006, waarin haar bezwaar tegen de herziening van haar bijstandsuitkering niet ontvankelijk werd verklaard, terecht is afgewezen. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen de herziening van haar bijstandsuitkering over de periode van 1 juni 2005 tot en met 30 juli 2005, welke herziening was gebaseerd op het niet of onvolledig opgeven van inkomsten uit loondienst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar van eiseres niet ontvankelijk was verklaard omdat het buiten de termijn van zes weken na de dagtekening van het bestreden besluit was ingediend. Eiseres heeft echter betoogd dat de terugvordering van de bijstandsuitkering niet eerder kan plaatsvinden dan na een herziening van het besluit. De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van 31 augustus 2005, waartegen het bezwaar was gericht, in rechte onaantastbaar is geworden, omdat hiertegen geen beroep was ingesteld. Dit betekent dat de rechtsgevolgen van dat besluit vaststaan.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de brief van 16 maart 2006, waarin de herziening werd medegedeeld, geen rechtsgevolgen in het leven heeft geroepen die niet al door het eerdere besluit waren teweeggebracht. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het besluit van 30 november 2006 vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en is het betaalde griffierecht aan haar vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de noodzaak van een herzieningsbesluit bij terugvordering van bijstandsuitkeringen. De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet Werk en Bijstand (WWB) in haar overwegingen betrokken.