ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ9883
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de gevolgen van psychische klachten in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 februari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de besloten vennootschap Bonar Plastics B.V. [eiser] had een vordering ingesteld tegen Bonar, waarin hij stelde dat zijn ontslag op staande voet op 21 juni 2006 nietig was en dat hij recht had op doorbetaling van zijn salaris. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, waarbij de psychische gesteldheid van [eiser] een belangrijke rol speelde. [eiser] was sinds 11 december 2005 arbeidsongeschikt wegens psychische klachten en had zich niet gehouden aan de afspraken omtrent ziekteverzuim en re-integratie. Bonar had hem herhaaldelijk gewaarschuwd voor de gevolgen van zijn gedrag en uiteindelijk op 21 juni 2006 ontslagen wegens herhaalde overtredingen van de controlevoorschriften en ongeoorloofde afwezigheid.
De kantonrechter oordeelde dat aan een ontslag op staande voet hoge eisen worden gesteld en dat er sprake moest zijn van een dringende reden. De rechter concludeerde dat de herhaalde overtredingen van [eiser] in de gegeven omstandigheden een ontslag op staande voet konden rechtvaardigen. De kantonrechter stelde vast dat [eiser] niet had bestreden dat hij zich niet aan de gemaakte afspraken had gehouden en dat zijn psychische klachten niet als enige oorzaak voor zijn gedrag konden worden aangemerkt. De rechter oordeelde dat Bonar op goede gronden had gehandeld door [eiser] te ontslaan en dat het ontslag op staande voet standhield. Hierdoor faalde het beroep van [eiser] op de nietigheid van het ontslag en werd zijn vordering tot doorbetaling van salaris afgewezen. [eiser] werd als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten verwezen.