ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ9317
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- W. Miltenburg
- K. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging tot opname van een minderjarige in een psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 13 februari 2007 een voorlopige machtiging verleend voor de opname van een minderjarige in een psychiatrisch ziekenhuis. De zaak werd behandeld door de meervoudige familiekamer, onder leiding van rechter F. Koster, die tevens kinderrechter is. De rechtbank heeft de zaak in behandeling genomen naar aanleiding van een verzoek van de Officier van Justitie, die stelde dat de betrokkene, een jongere, geen blijk gaf van de bereidheid om zich in een psychiatrisch ziekenhuis op te laten nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene gevaar voor zichzelf veroorzaakte, wat voortkwam uit een stagnatie in zijn cognitieve, sociale en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit leidde tot een verstoring van de persoonlijkheidsontwikkeling en een risico op maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat de betrokkene nog jong is en zich in een ontwikkelingsfase bevindt.
De rechtbank heeft ook overwogen dat het gevaar dat de betrokkene veroorzaakte, niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kon worden afgewend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de formaliteiten, zoals vereist op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ), in acht zijn genomen, ondanks dat aanvankelijk een uittreksel uit het gezagsregister ontbrak. Dit document is later door het Openbaar Ministerie nagezonden. De rechtbank heeft het beroep op niet-ontvankelijkheid van de Officier van Justitie afgewezen.
De raadsman van de betrokkene heeft betoogd dat er geen sprake was van een zodanig groot gevaar dat gedwongen opname noodzakelijk was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de wetgever de afweging van het gevaar aan de rechter heeft overgelaten. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de voorlopige machtiging te verlenen voor een periode van maximaal zes maanden, waarna de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis kan worden opgenomen.