ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ9316
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake boedelscheiding en huwelijkse voorwaarden met Amsterdams verrekenbeding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, betreft het een geschil tussen twee partijen, [man] en [vrouw], die tussen 27 augustus 1971 en 29 november 2005 gehuwd zijn geweest op huwelijkse voorwaarden met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. De huwelijkse voorwaarden bevatten een Amsterdams verrekenbeding, waarbij partijen jaarlijks hun onverteerde inkomsten bij helfte dienden te verdelen. De rechtbank heeft zich gebogen over de financiële afwikkeling van hun huwelijk, waarbij de netto-opbrengst van de in 2001 verkochte echtelijke woning en de schadeloosstelling die [man] ontving bij zijn ontslag centraal stonden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning, die door [vrouw] in 1974 werd verworven, niet als verrekenplichtig vermogensbestanddeel kan worden aangemerkt, omdat deze in feite door [vrouw] is verkregen zonder werkelijke betalingsverplichting. De kosten van verbouwingen en fiscale naheffingen zijn niet door [vrouw] gedragen, maar door [man], wat rechtvaardigt dat [man] een vergoeding voor zijn investeringen ontvangt. De rechtbank heeft de vordering van [man] om de overwaarde van de woning te verrekenen, gegrond verklaard, en vastgesteld dat [vrouw] aan [man] een bedrag van EUR 73.576,81 moet vergoeden.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de schadeloosstelling die [man] ontving bij zijn ontslag, ook verrekenplichtig is. De rechtbank heeft de partijen opgedragen om de waarde van de lijfrentepolis bij Nationale Nederlanden per 27 augustus 2004 te verrekenen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 21 februari 2007 door mr. L.M. Rijksen.