ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ3586

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
27 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
120823 / FA RK 06-1734
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W. Miltenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van het begrip verkwisting in het kader van ondercuratelestelling

In deze zaak heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 27 november 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van de betrokkene, die zich zelf onder curatele wilde laten stellen vanwege verkwisting. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een psychologisch rapport en een brief van een hulpverleningsinstantie. De betrokkene, geboren in 1962, heeft aangevoerd dat hij door zijn zwakbegaafdheid en persoonlijkheidskenmerken niet in staat is om zijn financiën te beheren. Hij heeft schulden en leent geld van anderen, wat leidt tot problemen met deurwaarders en incassobureaus. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen in juli en oktober 2006, waarbij de betrokkene en zijn procureur aanwezig waren.

De rechtbank heeft in haar beoordeling het begrip 'verkwisting' centraal gesteld. Het is van belang dat verkwisting geobjectiveerd wordt en dat niet elke schuld of verplichting als verkwisting kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de enkele stelling van verkwisting, zonder voldoende onderbouwing, niet voldoende is om een ondercuratelestelling te rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er diverse instanties zijn die hulp kunnen bieden aan de betrokkene, en dat de voorwaarden die door hulpverleners worden gesteld niet voldoende zijn om een ondercuratelestelling te rechtvaardigen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor de grond van verkwisting en heeft zij het verzoek tot ondercuratelestelling afgewezen. De beslissing is genomen door rechter W. Miltenburg, in aanwezigheid van griffier H.J. Koopmans, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 27 november 2006.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaak/rolnr.: 120823 / FA RK 06-1734
datum: 27 november 2006
beschikking van de enkelvoudige familiekamer
inzake
[verzoeker],
wonende te [plaats],
procureur mr. Mühlstaff
hierna als de betrokkene aangeduid,
verzoeker.
Het procesverloop
Betrokkene heeft op 16 mei 2006 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift tot ondercuratelestelling ingediend.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- een psychologisch rapport d.d. 30 maart 2004, afkomstig van drs. I.T.M. Wichink Kruit, als gedragsdeskundige verbonden aan MEE West-Overijssel;
- een brief d.d. 3 juni 2005 afkomstig van Jotien Jelsma, Afdeling informatie & aanmelding van MEE IJsseloevers, regiokantoor Deventer;
- een door de voorgestelde curator ondertekende schriftelijke bereidverklaring d.d. 7 april 2006;
- stukken ter nadere onderbouwing van de verkwisting d.d. 22 september 2006.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren op 3 juli 2006 en op 17 oktober 2006.
Op beide zittingen zijn de betrokkene en zijn procureur verschenen.
Vaststaande feiten
Betrokkene is geboren op [datum] 1962 te Diepenveen, gemeente [plaats].
Beoordeling van de zaak
Betrokkene verzoekt zichzelf onder curatele te stellen met benoeming van:
[voorgestelde curator], geboren te [plaats] op [datum] 1958,
Postadres: Stichting Omega Beheer, Postbus 1549, 8001 BM Zwolle,
tot curator.
Het verzoek is gegrond op de stelling dat betrokkene wegens verkwisting zijn belangen niet behoorlijk kan waarnemen.
Ter onderbouwing van zijn verzoek voert betrokkene aan dat vanwege zijn zwakbegaafdheid en een aantal persoonlijkheidskenmerken, het voor hem onmogelijk is zelf zorg te dragen voor het beheer van zijn eigen financiën. Zo leent hij geld van anderen, dat hij met woekerrente moet terugbetalen en leent hij geld aan anderen zonder dat dit hem wordt terugbetaald. Van betrokkene wordt misbruik gemaakt hetgeen tot gevolg heeft dat hij regelmatig te maken krijgt met deurwaarders en incassobureaus. Het Budget Adviesbureau Deventer is bereid betrokkene te helpen maar alleen onder de voorwaarde dat hij zich onder curatele laat stellen.
Naar het oordeel van de rechtbank staat in deze zaak de uitleg van het begrip 'verkwisting'centraal.
Een ondercuratelestelling strekt tot bescherming van de curandus. De curator kan rechtshandelingen van de curandus ongedaan maken zodat de verkwistende handeling weer ongedaan wordt gemaakt. De negatieve gevolgen, voor zover aanwezig, van het ongedaan maken door de curator van verkwistende handelingen van de curandus, worden op deze wijze evenwel op derden afgewenteld. In geval van verkwisting als grond voor een ondercuratelestelling, behoeft de derde er niet steeds op bedacht te zijn dat de wederpartij ondercuratele staat. Vorenstaande brengt naar het oordeel van de rechtbank met zich dat het begrip 'verkwisting' geobjectiveerd dient te worden en slechts aan de hand van feiten en omstandigheden kan worden vastgesteld. Niet iedere verplichting of schuld is een uiting van verkwisting. Het aangaan van verplichtingen of het doen ontstaan van schulden in het kader van de gewone huishouding zoals bijvoorbeeld het doen van de normale weekboodschappen in de supermarkt, behoeft geenszins verkwistend te zijn. Het niet voldoen van de zorgpremie veroorzaakt een schuld maar valt moeilijk als verkwisting te zien. Boetes zijn schulden. Het gedrag dat de boete veroorzaakt is in het algemeen ook niet als verkwisting aan te merken.
Bovendien zijn de omstandigheden waaronder een verplichting is aangegaan, respectievelijk een schuld is ontstaan, van belang. Voorts dient er sprake te zijn van een patroon van verkwistende handelingen. Tevens dient de verwachting te bestaan dat het verkwistende handelen niet zondermeer zal stoppen.
De enkele stelling dat er sprake is van verkwisting, onder verwijzing naar een aantal schulden, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende om de grond 'verkwisting' voor de ondercuratelestelling aannemelijk te achten. Dit geldt te meer indien het verzoek tot ondercuratelestelling afkomstig is van betrokkene zelf, zoals in deze zaak.
Naar het oordeel van de rechtbank staat buiten discussie dat betrokkene hulp bij het beheer van zijn financiën nodig heeft. In het verzoekschrift is sprake van zwakbegaafdheid en persoonlijkheidskenmerken. Het begrip 'geestelijke stoornis' is echter niet aan het verzoek ten grondslag gelegd. Het psychologisch rapport dat zich in het dossier bevindt, is ook overigens meer dan 2 jaar oud en niet ten behoeve van een ondercuratelestelling geschreven..
Er zijn diverse instanties die hulp, waaraan betrokkene behoefte heeft, kunnen verlenen. De enkele voorwaarde van een hulpverleningsinstantie zoals het Budget Adviesbureau Deventer die heeft gesteld om voor hulpverlening in aanmerking te komen is naar het oordeel van de rechtbank geen toereikende grondslag voor een ondercuratelestelling. Betrokkene verwijst naar een door het Budget Adviesbureau Deventer opgesteld overzicht van schulden. Dit overzicht is naar het oordeel van de rechtbank te vaag. Uit het overzicht blijkt niet wanneer deze schulden zijn ontstaan en of ze nog bestaan. Voorts bestaat in een aantal gevallen onduidelijkheid over de aard van de schulden en de omstandigheden waaronder ze zijn ontstaan. Indien een budgetteringsinstelling van oordeel is dat een ondercuratelestelling van belang kan zijn bij het op orde houden van de financiën van een cliënt, dan ligt het op de weg van de budgetteringsinstelling feiten en omstandigheden aan te dragen waarvan betrokkene gebruik kan maken bij het voeren van een procedure tot ondercuratelestelling.
De rechtbank komt op grond van het vorenstaande tot de slotsom dat onvoldoende is gesteld noch bewezen om de grond van verkwisting aanwezig te achten, zodat het verzoek als niet op de wet gegrond zal worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
Wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. W. Miltenburg, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. Koopmans als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 november 2006.
Hoger beroep
Mocht u, verzoeker of belanghebbende, zich niet met de beslissing van de rechtbank kunnen verenigen, dan kunt u daartegen hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, als nevenzittingsplaats van het gerechtshof te Arnhem. Hoger beroep dient binnen een bepaalde termijn te worden ingesteld, tenzij een ander dat al heeft gedaan. Die termijn is voor verzoeker en voor de verschenen belanghebbende, aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden, drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak. De termijn is voor andere belanghebbenden drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden. Voor het instellen van hoger beroep is tussenkomst van een procureur/advocaat verplicht.