ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ2055

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
9 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
335705 BM 06-1570
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van beschermingsbewind wegens zinloosheid

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 november 2006, betreft het een verzoek tot opheffing van een beschermingsbewind dat in 1996 was ingesteld en in 2000 was overgenomen door de Gemeente Zwolle, afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechthebbende, die sinds juli 2006 geen uitkering meer ontvangt, weigert zijn inkomstenbron bekend te maken en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Dit heeft geleid tot de conclusie dat daadwerkelijke bewindvoering onmogelijk is. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden tot 28 november 2006, zodat de rechthebbende de kans krijgt om gemotiveerd te verzoeken het bewind in stand te laten. De bewindvoerder is opgedragen om binnen 14 dagen een eindrekening en verantwoording in te dienen bij de kantonrechter en een kopie daarvan aan de rechthebbende te sturen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beschermingsmaatregel in deze situatie volstrekt zinloos is, tenzij de rechthebbende zich voor de gestelde datum meldt en een deugdelijk gemotiveerd verzoek indient. De rechter heeft ook opgemerkt dat er problemen zijn met de rechthebbende, die afspraken niet nakomt en die betrokken lijkt te zijn bij frauduleuze activiteiten, waaronder het hebben van meerdere kentekens op zijn naam. De kantonrechter is voornemens om het bewind op te heffen per 1 december 2006, tenzij er tijdig een verzoek tot handhaving van het bewind wordt ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknummer. : 335705 BM VERZ 06-1570
datum : 9 november 2006
Beschikking op een verzoek tot opheffing van bewind
ingediend door:
[Verzoeker] namens
Gemeente Zwolle, thans afd. Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
gevestigd te (8000 GA) Zwolle, Postbus 10007,
verzoekster,
als bewindvoerder over het vermogen van [rechthebbende], per adres [adres] te [woonplaats].
De procedure
Op 16 oktober 2006 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift, waarin wordt verzocht het in 1996 ingestelde, en door verzoekster in 2000 overgenomen, beschermingsbewind op te heffen
Hoewel behoorlijk opgeroepen is Kok niet ter zitting verschenen.
De beoordeling
1.
De bewindvoerder heeft aan het opheffingsverzoek de volgende argumenten ten grondslag gelegd. Rechthebbende heeft vanaf juli 2006 geen uitkering meer. Hij weigert zijn inkomstenbron bekend te maken en stelt verzoekster niet in de gelegenheid die inkomsten te beheren. Voorts heeft rechthebbende meegedeeld dat hij geen uitkering meer zal aanvragen omdat die geweigerd zal worden. Ook heeft rechthebbende geen vaste woon- of verblijfplaats, althans deze is bij bewindvoerder niet bekend ondanks herhaalde verzoeken om bekendmaking.
Aldus is daadwerkelijke bewindvoering onmogelijk.
2.
Ter zitting is daaraan toegevoegd dat verzoekster de bewindvoering indertijd heeft overgenomen van Stichting Mentor. Van meet af aan zijn er problemen met rechthebbende die afspraken niet nakomt. Bij een onderzoek van de sociale recherche medio 2006 is gebleken dat rechthebbende 5 kentekens van auto’s op naam heeft. Hij zou geen katvanger zijn, maar zelf in auto’s handelen. Ondertussen heeft rechthebbende omvangrijke schulden, deels als gevolg van fraude. Derhalve bestaat ook geen reëel uitzicht op schuldsanering via de Wsnp.
3.
De kantonrechter is, gehoord verzoekster en bij afwezigheid van rechthebbende, voornemens het bewind inderdaad op te heffen per 1 december 2006 omdat deze beschermingsmaatregel op geen enkele wijze bijdraagt aan het behalen van het beoogde doel en derhalve volstrekt zinloos is, tenzij rechthebbende zich voor 28 november 2006 bij de kantonrechter meldt en deugdelijk gemotiveerd om handhaving van bewind verzoekt.
De huidige bewindvoerder zal hoe dan ook op eigen verzoek worden ontslagen. Verzoekster dient binnen 14 dagen na heden een eindrekening en verantwoording op te stellen over 2006 en die naar kantonrechter en ook zelf rechtstreeks naar rechthebbende te sturen.
Indien de kantonrechter niet tijdig van rechthebbende verneemt, zal eind november 2006 een beschikking tot opheffing van bewind volgen.
De beslissing
De kantonrechter:
- houdt de zaak aan tot 28 november 2006 om rechthebbende in staat te stellen om de kantonrechter voor die datum gemotiveerd te verzoeken het bewind in stand te laten;
- verstaat dat de bewindvoerder binnen 14 dagen na heden de eindrekening en verantwoording zal indienen bij de kantonrechter en een kopie daarvan rechtstreeks zal toezenden aan de rechthebbende;
- houdt de zaak aan voor het overige.
Aldus gegeven door mr. M.E.L. Fikkers, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 9 november 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.