ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7923
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kosteloze vereffening van een nalatenschap en griffierecht ten laste van de staat
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 11 september 2006, betreft het een verzoek tot kosteloze vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoeker, mr. T. Mulder, advocaat en procureur te Almere, heeft aangevoerd dat de baten van de nalatenschap slechts een geringe waarde hebben, terwijl de lasten de baten overstijgen. Dit is onderbouwd met een voorlopige staat van baten en lasten, waaruit blijkt dat de baten € 985,53 bedragen en de lasten € 3.315,69. Gezien deze omstandigheden heeft de verzoeker verzocht om de kosten van de vereffening ten laste van de staat te brengen.
De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:209, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) besloten om de kosteloze vereffening van de nalatenschap te bevelen. De rechter heeft vastgesteld dat de kosten van de vereffening de boedel onevenredig zwaar belasten, wat aanleiding geeft voor de kosteloze behandeling. Tevens heeft de kantonrechter bepaald dat de vereffenaar recht heeft op een loon, dat door de rechter moet worden vastgesteld. In dit geval is het loon vastgesteld op het bedrag van de gerealiseerde baten, zijnde € 985,53.
Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat de kosten van de openlijke oproeping van de schuldeisers, ter hoogte van € 175,11, en het griffierecht van € 105,00, eveneens ten laste van de staat komen. Dit besluit is genomen naar analogie van de bepalingen in de Faillissementswet, die ook kosteloze behandeling van faillissementen regelt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.