ECLI:NL:RBZLY:2006:AY5753
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afgifte van een minderjarig kind door de gezaghebbende ouder
In deze zaak vorderde de vrouw, de gezaghebbende ouder, de afgifte van haar minderjarige kind, dat sinds 2001 bij de biologische vader verbleef. De vrouw had het ouderlijk gezag, maar de man had het kind vanaf de geboorte verzorgd en opgevoed. De vrouw had het kind sinds augustus 2003 slechts 19 keer gezien en wilde de omgangsfrequentie verhogen om het kind weer bij haar te laten wonen. De man weigerde hieraan mee te werken en stelde dat het belang van het kind zich ertegen verzet dat zij bij de vrouw gaat wonen, gezien haar woonsituatie en gezondheidstoestand. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zaak niet geschikt was voor een kort geding, omdat er te veel onzekerheden waren die een diepgravend onderzoek vereisten. De vrouw werd geadviseerd om een bodemprocedure te starten, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming om advies kon worden gevraagd. De vorderingen van de vrouw werden afgewezen en de kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.