ECLI:NL:RBZLY:2006:AY5013
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstige strafbare feiten in privé-sfeer en onrust onder personeel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 juli 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Roto Smeets Deventer B.V. (verzoekster) en een werknemer (verweerder). Roto Smeets heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht op basis van gewijzigde omstandigheden, waaronder een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding, ernstige strafbare feiten gepleegd door de werknemer in zijn privé-sfeer, en onrust onder het personeel. De werknemer heeft het verzoek bestreden en verzocht om afwijzing ervan, met een beroep op zijn arbeidsongeschiktheid en een onterecht verband tussen het verzoek en zijn ziekte.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer, die op dat moment 27 jaar in dienst was, door de strafrechter was veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf wegens ernstige misdrijven, waaronder mishandeling en poging tot verkrachting. De rechter oordeelde dat de feiten die tot de veroordeling hebben geleid, weliswaar ernstig zijn, maar volledig in de privé-sfeer van de werknemer liggen. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever onvoldoende heeft aangetoond dat er een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding was of dat er serieuze bezorgdheid bestond over de terugkeer van de werknemer op de werkvloer.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en Roto Smeets veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de werknemer. De uitspraak benadrukt het belang van de scheiding tussen privé- en werkgerelateerde kwesties in het arbeidsrecht, en dat de werkgever niet zomaar kan afgaan op de veroordeling van de werknemer zonder voldoende bewijs van de impact op de werkrelatie.