ECLI:NL:RBZLY:2006:AY0181
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen indicatiebesluit inzake jeugdzorg en pleegzorgplaatsing
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 29 juni 2006 uitspraak gedaan in een beroep tegen een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Hamburger, betwistte de rechtmatigheid van het indicatiebesluit dat op 1 november 2005 was genomen, waarbij werd besloten tot verblijf van zijn zoon in een netwerkpleeggezin. Eiser stelde dat er geen machtiging van de kinderrechter was verkregen en dat het besluit in strijd was met de motiveringsvereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De kinderrechter heeft de zaak op 11 mei 2006 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder, mw. H. Frenken, aanwezig waren.
De kinderrechter oordeelde dat het indicatiebesluit niet voldoende was gemotiveerd en dat eiser niet adequaat was geïnformeerd over de uithuisplaatsing van zijn zoon. De kinderrechter constateerde dat eiser niet betrokken was bij het overleg over de uithuisplaatsing en dat hij niet op de hoogte was van de ernst van de situatie. Dit was in strijd met de verplichtingen van verweerder om de cliënt goed te informeren en te betrekken bij beslissingen die zijn leven ingrijpend beïnvloeden.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het indicatiebesluit. Verweerder werd opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, die op dat moment waren begroot op EUR 644,00, en het griffierecht van EUR 37,00. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en betrokkenheid van ouders in jeugdzorgzaken, evenals de noodzaak van een deugdelijke motivering van besluiten.