ECLI:NL:RBZLY:2006:AX9252
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst in verband met arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 27 april 2006 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure van een arbeidsovereenkomst. De verzoekende partij, [werknemer], heeft verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met [werkgeefster] vanwege volledige arbeidsongeschiktheid sinds juni 2002, die volgens hem het gevolg is van een beroepsziekte, artrose, veroorzaakt door langdurige en zware belasting van zijn handen en armen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift, het verweerschrift en medische gegevens die de arbeidsongeschiktheid onderbouwen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [werknemer] sinds 24 juni 2002 volledig arbeidsongeschikt is en dat er geen reëel vooruitzicht is op hervatting van zijn werkzaamheden. [werkgeefster] heeft zich niet verzet tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar heeft wel de gevraagde schadevergoeding van € 98.755,60 betwist. De kantonrechter oordeelt dat de procedure niet geschikt is voor het vaststellen van de aansprakelijkheid van [werkgeefster] op basis van artikel 7:658 BW, omdat deze procedure zich richt op de vraag of de arbeidsovereenkomst moet eindigen en niet op bewijslevering over de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid.
De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten de arbeidsovereenkomst met ingang van 4 mei 2006 te ontbinden, tenzij [werknemer] het verzoek tot ontbinding uiterlijk op 3 mei 2006 intrekt. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt, tenzij [werknemer] het verzoek intrekt, in welk geval hij de proceskosten van [werkgeefster] moet vergoeden.