ECLI:NL:RBZLY:2006:AX8727
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overgangsrecht bij verzekeringsovereenkomst en de uitleg van polisvoorwaarden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 13 juni 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en ABN AMRO SCHADEVERZEKERING N.V. Het geschil betreft de vergoeding van kosten door ABN AMRO aan [eiseres], die als expert was ingeschakeld voor de schadevergoeding na brandschade aan het Café [F]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een schadeverzekeringsovereenkomst bestond tussen ABN AMRO en de heer [X], waarbij de algemene voorwaarden bepalingen bevatten over de vergoeding van kosten van registerexperts. [Eiseres] vorderde een bedrag van € 1.143,00, maar ABN AMRO weigerde de kosten te vergoeden, omdat [B] niet als registerexpert was ingeschreven bij het NIVRE. De kantonrechter oordeelde dat de verzekeringsovereenkomst vóór 1 januari 2006 was gesloten, waardoor de nieuwe bepalingen van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing waren. De rechter verwierp het argument van ABN AMRO dat artikel 2.27.9 een derdenbeding creëerde, en concludeerde dat [eiseres] geen zelfstandig vorderingsrecht had jegens ABN AMRO. De kantonrechter oordeelde dat ABN AMRO de kosten van de expert moest vergoeden tot het bedrag dat de eigen registerexpert had gefactureerd, zijnde € 942,09, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 november 2005. ABN AMRO werd veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].