ECLI:NL:RBZLY:2006:AX2341
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ontruimingstermijn huurovereenkomst behandelruimte
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 mei 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn van een behandelruimte. De verzoekster, een podotherapeut, huurde sinds 1 januari 1997 een behandelkamer van de verweerder, die fysiotherapie uitoefent. De verweerder had de huurovereenkomst per 1 januari 2006 opgezegd, omdat hij zijn praktijk wilde uitbreiden. De verzoekster verzocht om verlenging van de ontruimingstermijn, terwijl de verweerder zich verzette tegen deze verlenging, onder andere vanwege wanbetaling in het verleden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster haar verzoek tijdig had ingediend en dat de huurovereenkomst onder artikel 7:230a BW valt, niet onder artikel 7:290 BW, omdat de praktijk van de verzoekster niet als een ambacht kan worden gekwalificeerd. De rechter heeft ook de betalingsachterstanden van de verzoekster in het verleden in overweging genomen, maar geconcludeerd dat deze niet ernstig genoeg waren om het verlengingsverzoek af te wijzen. De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de belangen van de verzoekster bij voortzetting van het gebruik van de behandelruimte zwaarder wegen dan die van de verweerder bij ontruiming. De verzoekster heeft een substantieel belang bij het behoud van haar praktijk, terwijl de verweerder zijn plannen voor uitbreiding niet onmiddellijk hoeft te realiseren.
Daarom heeft de kantonrechter besloten de ontruimingstermijn met één jaar te verlengen, ingaande 1 januari 2006, en de proceskosten te compenseren, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De verzoekster blijft verplicht de huur van € 408,40 per maand te betalen voor de behandelruimte gedurende deze verlengde termijn.