ECLI:NL:RBZLY:2006:AW3057
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet na vrijlaten van een schorpioen door werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 april 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer en zijn werkgeefster. De werknemer was op staande voet ontslagen nadat hij een levende schorpioen had vrijgelaten in plaats van deze te doden, zoals hem was opgedragen. De werknemer vorderde in kort geding zijn wedertewerkstelling en betaling van zijn salaris vanaf 3 april 2006. De werkgeefster verweerde zich door te stellen dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege het gevaar dat de vrijgelaten schorpioen voor anderen kon opleveren.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was. De rechter stelde vast dat de werknemer niet op de hoogte was van het gevaar dat de schorpioen kon opleveren en dat de werkgeefster niet voldoende maatregelen had genomen om de veiligheid van haar werknemers te waarborgen. De kantonrechter vond dat de werkgeefster haar verantwoordelijkheid niet had genomen door geen deskundige in te schakelen om het dier te vangen. Bovendien was de opdracht om de schorpioen te doden onredelijk, gezien de omstandigheden.
De rechter veroordeelde de werkgeefster om de werknemer binnen twee dagen na betekening van het vonnis weer aan het werk te stellen, op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 50.000,00. Daarnaast moest de werkgeefster het salaris van de werknemer doorbetalen vanaf 3 april 2006. De kantonrechter wees de overige vorderingen van de werknemer af en veroordeelde de werkgeefster in de proceskosten.