ECLI:NL:RBZLY:2006:AV7569
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot kosteloze vereffening van een nalatenschap onder toekenning van een loon aan de vereffenaar
Op 15 februari 2006 is er een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin primair werd verzocht om de kosteloze vereffening van een nalatenschap te bevelen. Subsidiair werd verzocht om de opheffing van de vereffening van die nalatenschap, met het vaststellen van de vereffingskosten. De verzoeker, mr. T. Mulder, was benoemd als vereffenaar van de nalatenschap van een erflater die op een onbekende datum was overleden. De nalatenschap bleek een geringe waarde te hebben, met baten van € 440,71 en lasten van € 8.979,36. Dit leidde tot de conclusie dat de lasten de baten ver overstegen, wat aanleiding gaf om de kosteloze vereffening te bevelen.
De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:209, lid 1, BW de kosteloze vereffening van de nalatenschap bevolen en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Tevens werd het loon van de vereffenaar vastgesteld op het bedrag van de gerealiseerde baten, zijnde € 440,71. De kantonrechter oordeelde dat, gezien de negatieve waarde van de nalatenschap, het loon binnen de meest bescheiden grenzen moest worden vastgesteld. De vereffenaar had verzocht om een loon dat minimaal gelijk was aan de gerealiseerde baten, en de kantonrechter stemde hiermee in, gezien de tijd die al aan de vereffening was besteed.
Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking hoger beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift ter griffie van het gerechtshof Arnhem. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 27 maart 2006, in aanwezigheid van de griffier.