ECLI:NL:RBZLY:2006:AV3068
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding agentuurovereenkomst en geschil over boetes en concurrentiebeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap [Y] en [X], een handelsagent. [Y] vorderde terugbetaling van een voorschot op een klantvergoeding en boetes wegens wanprestatie en schending van een non-concurrentiebeding. [X] had de agentuurovereenkomst opgezegd wegens een dringende reden, maar [Y] betwistte het bestaan van deze dringende reden. De kantonrechter oordeelde dat [X] de overeenkomst onterecht had opgezegd en dat hij de contractuele boete van € 15.000,- had verbeurd. Tevens werd [X] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 71.209,36 aan [Y], vermeerderd met wettelijke rente.
In reconventie vorderde [X] betaling van achterstallige provisie en een verklaring voor recht dat de agentuurovereenkomst was ontbonden. De kantonrechter oordeelde dat [Y] een bedrag van € 5.102,31 aan [X] moest betalen, maar beperkte de werking van het non-concurrentiebeding. Dit beding blijft van kracht tot 1 januari 2006 en geldt daarna nog voor het kalenderjaar 2006, maar slechts in het geografische gebied waar [X] als agent voor [Y] werkzaam was. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor handelsagenten om de opzegbepalingen van agentuurovereenkomsten in acht te nemen en de gevolgen van het niet naleven van concurrentiebedingen. De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.