ECLI:NL:RBZLY:2005:AU2492
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.N. Dobben-Bartels
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling en de vraag naar verlenging in verband met schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 31 maart 2005 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De rechtbank oordeelde dat een verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling, in het licht van een te ontvangen schadevergoeding van € 2.500,00, niet redelijk en billijk was. De schuldenares was eerder in 2003 in de schuldsaneringsregeling geplaatst, waarbij de Gemeenschappelijke Kredietbank Drenthe als bewindvoerder was aangesteld. Tijdens de zitting op 10 maart 2005 zijn zowel de schuldenares als de bewindvoerder gehoord over de beëindiging van de regeling. De bewindvoerder rapporteerde dat de schuldenares haar verplichtingen was nagekomen en dat er geen bezwaren van schuldeisers waren tegen de beëindiging.
De rechtbank heeft zich vervolgens gebogen over de vraag of de schadevergoeding aanleiding gaf om de looptijd van de regeling te verlengen. De rechtbank overwoog dat de schadevergoeding niet op korte termijn verwacht kon worden en dat de schuldenares, gezien haar arbeidsongeschiktheid, niet in staat was om voor haar schuldeisers te sparen. De rechtbank concludeerde dat de schuldsaneringsregeling beëindigd moest worden, omdat het boedelactief onvoldoende was om aan schuldeisers uitkeringen te doen. De rechtbank bepaalde dat de regeling zou eindigen op de dag dat de uitspraak in kracht van gewijsde zou gaan.
Daarnaast heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 955,00 exclusief BTW, en de verschotten op € 592,12. De rechtbank heeft ook overwogen dat de bijzondere kosten van de schuldenares, zoals reiskosten voor ziekenhuisbezoek, niet in de afdracht aan de boedelrekening waren meegenomen, wat van belang was voor de beoordeling van de schuldsaneringsregeling. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen, zonder dat er aanleiding was voor een verlenging.