ECLI:NL:RBZLY:2005:AU2085
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M.M. Hoogland-Kelkboom
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wegens verstoorde verhoudingen na intrekking van ontslag op staande voet door de werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter te Zwolle-Lelystad op 28 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werknemer en haar werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. P. Wolbers, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verstoorde verhoudingen, nadat de werkgever, vertegenwoordigd door mr. C.J. Knoops-Hamburger, eerder het ontslag op staande voet had ingetrokken. De werknemer had een vergoeding van € 24.300,-- bruto en een aanvullende vergoeding van € 29.160,-- gevraagd, afhankelijk van het concurrentiebeding. De kantonrechter oordeelde dat het niet indienen van een zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding niet in het voordeel van de werknemer mocht strekken, aangezien zij eerder had aangegeven dat de verhoudingen ernstig verstoord waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer op 2 april 2005 op staande voet was ontslagen, maar dat dit ontslag door de werkgever op 7 juni 2005 was ingetrokken. Hierdoor bleef de arbeidsovereenkomst bestaan. De rechter oordeelde dat de werknemer geen hogere vergoeding kon krijgen dan eerder was toegekend door de kantonrechter te Amsterdam, omdat de omstandigheden die zich daarna hadden voorgedaan niet relevant waren. De kantonrechter heeft de werknemer in de gelegenheid gesteld haar verzoek in te trekken, maar heeft uiteindelijk de arbeidsovereenkomst ontbonden per 15 augustus 2005, met toekenning van een vergoeding van € 16.650,-- bruto aan de werknemer. Tevens werd de werkgever veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 400,-- voor het salaris van de gemachtigde.
De uitspraak benadrukt het belang van de procedurele stappen in ontbindingszaken en de gevolgen van het niet indienen van een tegenverzoek door de werknemer. De kantonrechter heeft ook het concurrentiebeding in overweging genomen, maar oordeelde dat dit niet leidde tot een hogere vergoeding voor de werknemer. De uitspraak biedt inzicht in de afwegingen die een kantonrechter maakt bij het ontbinden van een arbeidsovereenkomst en de toekenning van vergoedingen.