ECLI:NL:RBZLY:2005:AU0722
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van abonnementsbijdragen voor radio- en tv-signalen wegens slordige procedurele gang
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap UPC Nederland B.V. betaling van abonnementsbijdragen voor de levering van radio- en tv-signalen, gebaseerd op een overeenkomst uit 1997. De gedaagde, die in 1999 verhuisde, stelde dat hij zijn abonnement schriftelijk had opgezegd en dat hij gedurende vier jaar niets meer had gehoord van UPC, totdat hij in maart 2004 door een incassogemachtigde werd aangemaand voor achterstallige betalingen. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de bedragen in de aanmaningen varieerden zonder duidelijke specificatie.
De kantonrechter constateerde dat de incassogemachtigde van UPC slordig had gehandeld door steeds wisselende bedragen te vermelden zonder enige specificatie, wat begrijpelijk maakte dat de gedaagde niet overtuigd was van de vordering. Bovendien was de dagvaarding volgens de kantonrechter obscuur en voldeed deze niet aan de wettelijke vereisten, omdat het verweer van de gedaagde niet was opgenomen. De kantonrechter merkte op dat de dagvaarding onterecht stelde dat de gedaagde geen verweer had gevoerd, terwijl er bewijs was van een eerdere communicatie van de gedaagde aan de gemachtigde van UPC.
Uiteindelijk concludeerde de kantonrechter dat UPC er niet in was geslaagd haar vordering voldoende aannemelijk te maken. De vordering werd afgewezen en UPC werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot. De uitspraak vond plaats op 28 juli 2005 in de openbare terechtzitting, onder leiding van kantonrechter mr. A.H. Canté.